Lekker uitwaaien na mijn verjaardag
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
17 Augustus 2009 | Nederland, Weesp
Weesp bleek een mooi vestingstadje te zijn. De Vesting Weesp fungeerde als depot voor omliggende forten in het noorden van de Waterlinie. De vesting moest ook de Vechtkades verdedigen, de weg Naarden-Muiden afgrendelen en Fort Uitermeer flankeren. In het derde kwart van de negentiende eeuw kwam een nieuw modern acces: de spoorlijn Hilversum-Amsterdam. In 1860 werden de wallen verzwaard. Binnen de vesting Weesp werd op de Ossenmarkt in 1859-1861 een bomvrije toren met rondgaande gracht en ophaalbrug gebouwd. In 1876 werd de gracht gedempt en het torenfort met steunmuren en een dekkingswal aan de oostzijde versterkt. Hierna volgde de bouw van een tweetal remises met ondergelegen buskruitmagazijn en projectielenvulplaats. Tussen 1892 en 1922 is de vesting tijdelijk losgemaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en toegevoegd aan de Stelling van Amsterdam. Tussen 1983 en 1985 is ten behoeve van het verkeer de dekkingswal afgebroken, de gracht weer rond de toren gegraven en de toegangsbrug hersteld. De huidige situatie geeft goed weer hoe de bomvrije torens en wachthuizen er oorspronkelijk uitzagen.
Van de vesting Weesp is veel afgebroken, maar duidelijk zichtbaar zijn de resten nog aanwezig. De singel geeft mooie doorkijkjes en er is een prachtige dubbele ophaalbrug die ons bij een stuk waterlinie brengt: het torenfort aan de Ossenmarkt. Het 17de-eeuwse torenfort behield zijn defensieve taak tot en met 1959. Het fort is een typisch, maar nu zeldzame, bakstenen toren op een ovaal terrein en omsloten door een gracht, voor troepen en artillerie. Oorspronkelijk was het onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie maar in 1892 (formeel in 1901) werd het toegevoegd aan de Stelling van Amsterdam. In 1879 werd de oorspronkelijke gracht rond het torenfort gedempt en steunmuren en een dekkingswal aangebracht als bescherming tegen nieuw, krachtiger geschut. In 1983 is het fort gerestaureerd en de dekkingswal weer verwijderd.
We liepen Weesp uit en hadden een stuk van 4 kilometer voor de boeg langs de Vecht, langs een asfaltweg. Niet echt een succes met de honden, maar goed… In het boekje stonden mooie plaatsjes van graspaden, dus we zouden wel zien. Het was warm maar er waaide een lekkere frisse wind en alle verjaardagsstress waaide er heerlijk mee weg!
Aan de Vecht staan twee molens naast elkaar: molen d’Eendragt (tegenwoordig woonhuis en molen de Vriendschap. Molen de Vriendschap staat op de fundering van de vroegere molen met de zelfde naam, die op 23 september 1899 afbrandde als gevolg van blikseminslag. Op de fundering van de verbrande molen werd in 1900 de uit Amsterdam afkomstige molen De Eendracht herbouwd. In 1842 werd hij tot korenmolen verbouwd, maar hij was in 1888 al niet meer in bedrijf. Nadat al eerder in De Vriendschap een motor als hulpkracht was geïnstalleerd is in de Tweede Wereldoorlog voor het laatst op windkracht gemalen. Hierna volgde stilstand en gebruik als opslagruimte. In 1974 kon de inmiddels zwaar in verval geraakte molen door de gemeente Weesp worden aangekocht waarna in de jaren 1975-1976 algehele restauratie plaatsvond. De molen wordt nu weer geregeld in werking gesteld voor het malen van graan. Samen met de naastgelegen molen d’Eendragt vormt de molen langs de Vecht een prachtig panorama.
De molen d’Eendragt was gebouwd op grond van het burgerweeshuis der stad Weesp en bedoeld om graan te breken voor de brandewijnbranders, een moutmolen derhalve. Rond 1807 kwam er een eind aan het malen voor de branderijen en werd de molen tot schelpzandmolen verbouwd. In 1815 werd de molen verkocht aan een combinatie van vier timmerlieden die hem tot houtzaagmolen lieten verbouwen. De molen bleef als windhoutzaagmolen in bedrijf tot omstreeks 1932. In dat jaar werd hij aan een houthandel verkocht, waarna de molen sterk in verval raakte. De molen werd in 1950 overgedragen aan de gemeente Weesp, die hem in 1952 op haar beurt voor het symbolische bedrag van één gulden verkocht aan een particulier Dr. Buma, onder de verplichting de molen uitwendig weer als molen te herstellen, wat datzelfde jaar nog gebeurde. De molen werd woning en dokterspraktijk, waarbij de karakteristieken van de zaagmolen zoals het zaagmechanisme, de sleephelling en het balkengat verloren gingen.
We liepen verder aan de kant van de asfaltweg totdat de honden op een gegeven moment allebei doelgericht op een boerderij afliepen. Ik schoot in de lach… Zou het om de nam zijn? De boerderij heette “Vechtlust”, en ik moest dat natuurlijk weer zien…
Na 4 kilometer was er eindelijk een pad dat over een moeras leidde met een houten bruggetje, en daarna een graspad!
Heerlijk, en eindelijk van het asfalt af! Blijkbaar was het ver genoeg van de bewoonde wereld om de volgende verrassing tegen te komen. Om een bocht lag een jong stel midden op het graspad, romantisch tussen het wuivende riet de liefde te bedrijven. Ik stapte terug uit het zicht en riep overduidelijk de honden naar me toe en gaf het stel de gelegenheid om de situatie meester te worden. Even later liep ik langs hen heen met een knipoog en twee kort aangelijnde honden.
Indrukwekkend was het zicht op de kolos fort Uitermeer, dat in een totaal groene omgeving verscholen lag. Dit fort met gracht werd aangepast voor 17de-eeuwse versterkingen met torenfort van baksteen. Het gebouw is van binnenuit opgeblazen en slechts twee lokalen zijn nog intact. De toegangsbrug en de aangrenzende sluis zijn uniek.
Oorspronkelijk was het een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Op het fortterrein waren naast het torenfort (gebouw A) nog zeven andere gebouwen (B t/m H) aanwezig. Alleen gebouw A, het torenfort, en gebouw B, een remise, bestaan nog. Plannen van rond 1911 voorzagen in een modernisering door herbouw naar hetzelfde ontwerp als de modernere forten van de Stelling. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog heeft deze herbouw nooit plaatsgevonden.
De latere Veldstelling Uitermeer en de Kazematten Uitermeer behoren samen met het fort tot de verdedigingswerken rond de accessen. De meer dan de helft van de magazijnen voor de munitieopslag is inmiddels gesloopt.
De ruïne van het torenfort is een unieke leefomgeving voor o.a. de muurvaren en vele insecten, amfibieën, kleine zoogdieren, vogels en zeldzame vleermuizen. Ondanks veel potentiële slachtoffers voor de jacht had Tora haar instinct gericht op een drijvend leeg pak frisdank bij de brug van het fort…
Na mooie graspaden en een bospad kwamen we weer op asfalt terecht, maar er was een voetpad naast. Gelukkig maar… Het was een drukke tweebaansweg waar we langs liepen. Via een ophaalbrug staken we de Vecht over en kwamen op een rustig weggetje langs allemaal woonboten, parallel aan de Vecht. Eén van de woonboten had een erg leuk uithangbord om te voorkomen dat zijn kat werd platgereden!
Langs deze Klompweg zag ik betonnen vierkanten in de wei. Het was duidelijk dat dit met de waterlinie te maken had en later bleek dat dit een groepsschuilplaats is waarvan alleen de vloer over is gebleven.
We hadden mooie vergezichten over de polder naar Weesp en Amsterdam.
In de Vecht ligt een eiland dat werd aangepast voor 17de-eeuwse versterkingen met gebouwen van baksteen (wachthuis en remise met kelder) en twee lunetten langs de oevers van de Vecht: fort Hinderdam. De noordelijke lunet is nog te herkennen als eiland waar de dijkweg met een knik omheen gaat. De gracht van de zuidelijke lunet is gedempt en daardoor niet herkenbaar meer. In 1934 is op het eiland de kanonkazemat "Hinderdam" gebouwd welke een onderdeel vormt van de Kazematten Uitermeer. Er was ook nog een opstelling voor luchtafweergeschut uit 1916 aanwezig en er zijn nog drie groepsschuilplaatsen.
A.N.J. Fabius (later Stellingcommandant) noemde het fort "een fout op historische grondslag". Het fort deed hem denken aan een "tijdelijke wachtpost tot bewaking van een tent en een eeuw nadat die tent was verdwenen, nog steeds werd bezet, zonder dat iemand wist waartoe zij diende". Nu in de zomer zag je eigenlijk alleen dat er veel groen was. Van de verdedigingswerken heb ik nog geen glimp op kunnen vangen. Nu is groen een veel vrediger aanblik dan verdedigingswerken, dus het was een mooi contrast met boerderij “Vechtlust”.
Na een voetenbad in de Vecht mochten we over het erf van een boerderij en liepen toen over een graspad de polder in, weer richting Weesp. Tora vindt paarden en koeien een beetje eng en keek met argusogen de dieren aan als we ze passeren. Als Hiko merkt dat ze het eng vindt, gaat hij er tussen staan!
Als we voorbij de dieren zijn wordt het pubertje baldadig en gaat in Hiko's oren of mijn stok hangen...Het was een heerlijk rustig graspad en we kwamen naast andere dieren geen mens tegen.
We passeerden nog een sluisje waarbij er gecheckt werd of er ook eendjes in het water waren. Toen we Weesp weer inliepen wachtte ons een aangename verrassing: mensen met honden blijken hier uitermate sociaal en er wordt gecommuniceerd hoe je elkaar het handigst en rustigst kunt passeren. Geweldig!
Aan de overzijde van de zuidelijke wallen ligt nog een complete straat van houten huizen, die ontstaan zijn door de Verboden Kringenwet. Door een park op de oude stadswallen, waar je ook nog langs een groepsschuilplaats komt, liepen we richting station.
Bij een terrasje was er een beschonken vrouw die helemaal gek van honden was en die ik heftig moest afremmen om de honden te aaien. Tora trok meteen haar bekkie open en blafte hevig. Een man kwam de vrouw bijvallen, stak zijn hand uit naar Tora en ze gromde. Ik trok haar weg. De man vond dat ik mijn honden niet bij mensen moest weghouden. Hij had er namelijk verstand van, vond hij zelf. Tora kwam namelijk open naar hem toe, was zijn mening. Ik vond het vreemd dat hij grommen een “open naar iemand toe lopen” noemde. Hij ontkende en beweerde dat Tora gromde omdat ik haar bij hem wegtrok. Hij had natuurlijk het trillen van het lijntje niet gevoeld... Ik was me bewust van zijn goede bedoeling maar had geen zin in een uitgebreide uitleg. Met ’s werelds onschuldigste blik vertelde ik dat ik er helemaal niets vanaf wist en daarom voor dit ras had gekozen, want o ze zijn zo mooi! Wel gaf ik duidelijk aan dat ik ze niet voor niets weghield. Hij snapte er niets van. Sukkel…
Ietwat ongerust zag ik dat Hiko licht kreupel was rechtsachter. Hij reageerde op knie, maar kon de poot nog goed belasten. Maar goed dat we bijna bij het station waren.
Even later bij station Weesp stonden twee nuchtere beveiligingsmensen en Tora stapte open op hen af en ik liet haar lekker begaan. Beiden hadden honden en wisten er zeer goed mee om te gaan. Hier had ik een goed gevoel bij en dus mocht Tora kijken en ze liet zich prima aaien. Beschonken mensen zijn onvoorspelbaar en Tora had dat heel goed door!
Op het perron kregen ze nog een natje en een droogje en al snel kwam de trein naar Utrecht.
Thuis aangekomen kreeg Hiko een pijnstiller en gingen de honden heerlijk slapen…
Jan keek de volgende dag naar Hiko’s knie en het gewricht was iets overvuld en er was een licht kraken. Hij raadde aan om glucosamine bij de pijnstiller te doen en rustig aan te doen met hem de komende week. Volgende week zien we dan wel verder…
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley