Naar Rupt-sûr-Moselle

Op zaterdag 7 april reden we rond 10 uur weg van de praktijk, waar ik door een nachtdienst tot 9 uur aanwezig moest zijn. De auto hadden we een paar dagen van tevoren al ingeladen en Jan merkte op de praktijk al aan Hiko dat er iets was. De hond was onrustig en liep steeds maar achter me aan. Ik dacht nog wel dat hij als “eerste handsje” er niet zo’n last van zou hebben (Hiko weet niet eens wat logeren is…), maar ja… hij zal de zenuwen wel van Kaatje hebben overgenomen.
In Nederland was het zoals gewoonlijk druk op de weg, en het was nu ook nog eens paaszaterdag. Met de Johannespassie van Bach op de autoradio (en dat een dag na goede vrijdag…) reden we via Maastricht en Luik richting Luxemburg. Nog even getankt daar, zolang “Europa” daar de belastingen op brandstof niet gelijk heeft getrokken met de rest van de omliggende landen en verder gingen we naar Metz, Nancy, Epinal en verder langs de moezel die steeds smaller werd.
Toen de vierbaansweg ophield, iets voorbij Remiremont waren we er al bija: op Camping du pont de Maxonchamp, gemeente Rupt-sur-Moselle. Het was een oud en vertrouwd plekje waar ik als kind al een keertje door mijn ouders terecht was gekomen, en we in 2003 gestaan hebben. Toen waren de bomen vol blad, de Moezel had veel minder water en de camping was erg vol met caravans. Nu was het een idyllisch weitje langs een riviertje met kleine waterval. Door de bomen heen zag je dat er aan de andere kant van de rivier veel meer huizen waren dan je wist van de vorige keer.

We hadden een experiment: omdat we een te dik donzen dekbed voor thuis hadden gekocht, waar we onder wegsmolten bij de centrale verwarming, had ik als idee geopperd om het dekbed bij het kamperen in het voor- en naseizoen te gebruiken. Gegarandeerd nachtvorst-proof, leek me! We waren benieuwd hoe dat uit zou pakken. We hadden een slaapzak voor op de matrasjes en daarop dus het dekbed. Nou, dat bleek een succes. Het was de eerste nacht tegen het vriespunt en we hebben het totaal niet koud gehad en ook niet te warm. Perfect geregeld, dus!

We maakten een heerlijke salade met gerookte forel (niet uit de moezel gevist, hoewel er daar heel wat zaten!), stokbrood en gevulde druivenbladeren. Bij de benzinepomp in Luxemburg had ik nog een Petit reblochon gevonden en die kon ik natuurlijk niet laten liggen… (reblochon is een zachte kaas uit de Savoie in de Franse Alpen. Hij is fantastisch lekker, maar ruikt erg naar het platteland…;-)