Verrassing uit Noorwegen!
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
30 November 2008 | Nederland, Utrecht
We spraken af om 11 uur op het Neude voor het postkantoor. Ik was er een half uur te vroeg (na mijn nachtdienst) en ben nog even bij de kaartenwinkel in de Vinkenburgstraat wezen snuffelen om de tijd door te komen. Precies op tijd kwamen ze er aan! Zo gezellig!
We namen eerst een bakkie bij een tentje aan het Neude en ik maakte kennis met de horeca na het rookverbod. Overal schieten de verwarmde terrassen als paddestoelen uit de grond om de rokers een onderdak te geven. Voor mij, vergezeld door mijn twee trouwe makkers, was het wel praktisch... zo'n terras! We hebben in vogelvlucht snel bijgekletst en ik polste wat ze wilden. Ik bood aan om een niet alledaagse rondleiding door Utrecht te geven, waarbij we de drukke straten zouden vermijden (ivm. de honden). Daar hadden ze wel oren naar.
Helaas was Betje Boerhaave nog gesloten, dus gingen we via achter de St. Pieter en Pausdam naar het Paushuize. Het Paushuize heeft zijn naam te danken aan de enige Nederlandse paus, Adrianus VI, die het huis vanaf 1517 liet bouwen. Adriaan was in die tijd nog geen paus. Hij werd echter in 1522 tot paus gekozen en stierf al een jaar later in Rome. Hij heeft zijn huis in Utrecht dus nooit bewoond. De bijzondere architectuur van het Paushuize — de afwisseling van rode baksteen met lichtere speklagen van natuursteen en een markante trapgevel — maakt dit een Renaissancehuis met Gotische invloeden.
Hierna gingen we de Nieuwegracht in en naar het Lepelenburg en de mooie Bruntenhof. Het Bruntenhof werd door Frederik Brunt gesticht voor armen. Ze kregen daar onderdak en eten en drinken.
Het er naast gelegen Leeuwenbergh Gasthuis
werd in 1567 gebouwd als pesthuis met geld uit de nalatenschap van Agnes van Leeuwenbergh. Het bestaat uit een tweebeukige ruimte van 500 m² en wat bijgebouwen. Bij gebrek aan pestlijders deed het gebouw dienst als gasthuis. Later werd het gebruikt als kazerne, universiteitsgebouw, laboratorium en een tehuis voor aankomende apothekers. In 1930 nam de Nederlands Hervormde Kerk het gebouw als kerk in gebruik, en tegenwoordig doet het dienst als concertzaal van Vredenburg.
Daarna trakteerde ik ze op een stukje Singelpark langs het oude bastion van de stadsmuur waar nu de Sterrenwacht zit.
Keizer Karel V liet ter verdediging van de stad Utrecht tussen 1544 en 1558 vier stenen bolwerken aanleggen aan de binnenkant van de Stadsbuitengracht. Sonnenborgh is er één van en werd onder leiding van stadsbouwmeester Willem van Noort gebouwd, en is in 1552 in gebruik genomen. In 1636 werd de Universiteit Utrecht opgericht en het bolwerk was vanaf 1639 deels een academische kruidentuin tot in 1724 de tuin naar de Lange Nieuwstraat in Utrecht verhuisde. De hoogleraar Buys Ballot zorgde er in de 19de eeuw voor dat de Sterrenwacht naar Sonnenborgh verhuisde. Zijn eigenlijke passie was meteorologie en in 1854 richtte hij op deze plaats het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) op. Na het vertrek van het KNMI naar De Bilt in 1897 stond Sonnenborgh weer geheel in het teken van de sterrenwacht. Nu is er de Sonnenborgh - museum & sterrenwacht gevestigd, een publiekssterrenwacht en een museum voor weerkunde, sterrenkunde en bastiongeschiedenis.
Het volgende monument was het beeld van de chow. Het staat daar en voor mij is het ter nagedachtenis aan Tones pappa, de imposante zwarte chow die in de 80-er jaren het singelpark bewoonde. Hiko zag hem en wist niet wat hij met het beeld aan moest. Hij snuffelde in het oor, en besloot hem links te laten zitten.
We stonden al bijna voor de Kameren van Maria van Pallaes aan de Agnietenstraat. Het is een rij van 12 kameren uit 1651. De kameren hebben één bouwlaag met een zolder en een vliering. De voor die tijd vrij ruime armenhuisjes hebben een gezamenlijke strook tuin, een luxe die niet alle vrijwoningen kenden. Bij de restauratie in 1979 wilden de bewoners per sé gebruik blijven maken van de buitenplee; nu, bijna 30 jaar later, wordt daar anders over gedacht...
We vervolgden naar het Duitse Huis aan de Springweg, het best bewaarde middeleeuwse kloostercomplex van Nederland, waarvan het hoofdgebouw uit ca. 1350 dateert. Van later datum is het tegenovergelegen gebouw `De Inktpot`, het oude Hoofdgebouw III van de Nederlandse Spoorwegen. Het is een gigantische bakstenen kolos uit 1918-'21, ontworpen door G.W. van Heukelom. Sinds 2003 is ProRail in het gebouw gevestigd.
Van daar liepen we naar het pandhof van de verdwenen Mariakerk, uit de twaalfde eeuw.
Daarnaast staat het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Op de plaats waar nu het gebouw staat, stond tot 1813 de Mariakerk. De kerk werd gesloopt, maar het koor bleef nog lang concertzaal. Van 1844 tot 1847 werd gebouwd aan een nieuwe concertzaal, die onderdak bood aan het Utrechts Symfonie Orkest. Bekende componisten als Robert Schumann en Johannes Brahms traden in de beginjaren als dirigent op.
Toen namen we nog een bakkie op een (wederom verwarmd) terras in de Mariastraat, en we kletsten de hele tijd honderduit.
Plotseling kwam er iemand in een rolstoel langsrijden. Het was een handaangedreven rolstoel en Hiko veerde op. Je zag hem denken:`TANTE!!!`, maar helaas... het is erg moeilijk voor hem dat er ook nog anderen op deze aardkloot zijn die zich zo voortbewegen...
En dan breekt het moment aan dat de wegen weer scheiden. Het was erg gezellig en in de bus op weg naar huis voelde ik hoe gesloopt ik was, maar zeker ook voldaan! De hondjes hadden het perfect gedaan, en ik kom nooit met ze in de stad behalve op het station in de ochtendspits... Een warme trots vulde me en thuis kroop ik meteen mijn bedje in...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley