De barmhartige en katholicisme
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
13 December 2007 | Duitsland, Berlijn
Dat beestje zat daar maar in de kou, niemand in de buurt en zat er al dagen. Ik had het duidelijk aan Hiko gemerkt. Als ik niets zou doen zou hij een langzame en tragische dood sterven, en wie weet hoe Hiko hem had toegetakeld. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel knaagde aan alle kanten. Het beestje zou de hele verdere vakantie gaan beheersen…
Nou, vooruit, ik zal proberen er een streep onder te trekken. We gingen naar een rotspartij in een bos, en daar een wandeling maken. Dat wil zeggen: de rotspartij was een soort openluchttheater en daar moest je voor door een kassa maar die was dicht. We zijn dus maar gewoon in het bos gaan lopen in de hoop dat hier niet ook jonge katjes voor het oprapen zouden liggen.
Er lag nog een beetje sneeuw toen we wat hoger kwamen en het was ook best fris. Toch lekker om nog een beetje echte winter mee te maken, maar met het katje... O nee, daar zou ik het niet meer over hebben. In Nederland krijg je niet vaak de kans om winter mee te maken… We hebben hier geen jonge katjes gezien, maar er zat wel degelijk ander wild hier.
Na een lekkere wandeling kwamen we terug bij de auto, en kreeg Hiko wat te drinken en stapten we weer in.
In Marktredwitz was een klein marktje, maar was wat kaal en stil. Wel hadden ze een mooie Beierse kerststal voor het stadhuis staan. Het is overal in de kunst grappig om te zien hoe ze
bijbelse figuren als streekgenoten neerzetten, maar dit was echt grappig! Zelfs de uiterst Beierse meibom staat er bij en dat in december :-)
Overal in Beieren en in grote delen van Duitsland en Oostenrijk verheft zich op het dorpsplein een reusachtige meiboom, die omstreeks 1 mei wordt opgericht door de sterkste mannen van het dorp. Het feest rondom de meiboom gaat met veel uitbundigheid gepaard. Elke plaats wil de mooiste hebben en daarmee het naburige dorp overtreffen. Niet zelden stelen bewoners van het ene dorp midden in de nacht de fraaie meiboom van een nabijgelegen dorp om hem op hun eigen dorpsplein op te richten. Door gratis bier te verstrekken kan het bestolen oord haar meiboom terugkopen, een gebruik waar gretig op ingespeeld wordt.De lange, wit en blauw geschilderde boomstam is in Beieren aan weerszijden versierd met houten gekleurde figuurtjes, die ieder een specifiek handwerk uitbeelden. Zo kunnen er bijvoorbeeld oogstende boeren afgebeeld zijn of bierbrouwers en meubelmakers. Op deze wijze worden de ambachten van het dorp getoond. Boven in de vaak meer dan 30 meter hoge boomstam hangt een groene oogstkrans. Onder aan de meiboom is de witblauwe Beierse vlag afgebeeld en soms zijn er spreuken op geschilderd.
Van oorsprong was de meiboom een vruchtbaarheidssymbool, waarmee het nieuwe voorjaar werd aangekondigd. Toen de kerk deze heidense traditie verbood, werd,de meiboom opgesteld als symbool voor een sterke dorpsgemeenschap. Je moet er maar opkomen om er een draai aan te geven. :-)
Vroeger werden de meibomen in de herfst verwijderd en verschenen er elk jaar rond 1 mei weer nieuwe. Omdat het zoveel werk is om ze te maken, blijven meibomen nu gewoon het hele jaar door op het dorpsplein staan. Ze krijgen wél elk jaar een nieuwe groene krans en als de kleuren verbleekt zijn worden ze opnieuw geschilderd, want stel je voor dat ze bij een dorp verderop wel geschilderd hebben en jij niet...
Hier in Marktredwitz deden we uitgebreid boodschappen bij de Real. Dat is een soort hypermarkt waar ze werkelijk alles hebben. Ieder ging even zijn gang en na een tijdje vonden we elkaar weer in het middenpad. Behalve een flink aantal potten yoghurt (met lange houdbaarheid) hebben we ons goed ingehouden. Ook hield ik me in bij het kattenvoer. Na wat neuzelen en overleg met Har kocht ik geen kattenvoer, want ik zou de lijdensweg van het beestje alleen maar langer maken.
Verder ging het naar Konnersreuth. Het is een dorp dat vooral bekend is door een vroegere inwoonster. Het is een wat bizar verhaal en je moet goed tegen bloed kunnen, anders sla maar een stukje over.
Therese Neumann werd geboren op vrijdag 8 april 1898 op goede vrijdag. Van haar vader kreeg ze op haar zestiende een bidprentje van Therese van Lisieux, waardoor ze zich ging verdiepen in haar leven. Als ze twintig jaar is, helpt Therese Neumann een brand te blussen. Ze komt daarbij ten val en raakt verlamd. Vanaf oktober 1918 werd ze bedlegerig en verzwakte haar gezondheid steeds verder. Vanaf midden maart 1919 raakte ze haar gezichtsvermogen geheel kwijt. Maar vanaf dat moment gebeuren er bijzondere dingen in haar leven. Haar naamgenoot, de heilige Therese van Lisieux wordt op 19 april 1923 zalig verklaard. Op deze dag krijgt Therese Neumann na vier jaar blind te zijn geweest, haar gezichtsvermogen weer terug. Op de dag van de heiligverklaring van Therese kan Therese Neumann plotseling weer lopen en raakt genezen van haar kwalen.
Een keerpunt in haar leven is het jaar 1926. Op 4 maart beleeft ze haar eerste visioen, waarin Jezus in de tuin van Gethsemane verschijnt, vlak voor het laatste avondmaal. Therese zal tot haar dood visioenen hebben. In maart 1926 verschijnen naar men zegt zonder aanwijsbare oorzaak (…)wonden op haar rug, op de wreef van haar voeten en op de rug van haar handen. Sinds dat moment gaan de wonden steeds op vrijdag open en verliest Therese een halve liter bloed. De stigmataverschijnselen houden dertig jaar aan. Maanden na de eerste wonden krijgt ze ook acht hoofdwonden, zoals door de doornenkroon van de lijdende Jezus.
Vanaf kerstmis van hetzelfde jaar gaat het bizarre leven door en leeft ze zonder te eten en te drinken. Ze krijgt paranormale gaven en er ontwikkelen zich extases, visioenen, spreken in andere talen, zoals het Aramees en helderziendheid.
Omdat ze beweerde ze alleen van de H. Communie te leven, ging de katholieke kerk over tot een diepgaand onderzoek. Vijftien dagen lang, dag in dag uit, werd Therese geobserveerd. Na die vijftien dagen bleek dat ze niets at en dronk behalve de hostie. Zelfs het water waarmee ze haar tanden poetste werd gemeten.
Ieder jaar op Goede Vrijdag verergerden de wonden en beleefde Therese intens het lijden van Christus. Niet alleen bloedde ze uit haar hoofd, handen, rug en voeten, maar ook vloeide bloed uit haar ogen.
Tijdens haar visioenen schijnt zij ook aramees te hebben kunnen spreken, evenals Latijn.
Tijdens de 2e wereldoorlog werd zij - hoewel bedlegerig - door de Gestapo wegens vermeende staatsgevaarlijke activiteiten in het oog gehouden. Zo wist zij de situatie van personen aan het Oostfront te beschrijven, en profeteerde dat Adolf Hitler en de nationaal-socialisten spoedig ten val zouden komen.
Tijdens haar leven kon Therese uit haar lichaam treden en in het hiernamaals overleden dierbaren zien, met name op allerzielen. Ze had vele visioenen en kon gedetailleerde beschrijvingen geven uit de tijd van Jezus, die later archeologisch konden worden bevestigd. Ook zag ze mensen tijdens hun stervensproces en de overgang naar de hemel.
In 1962 stierf ze aan een hartinfarct en werd ze op het kerkhof van Konnersreuth begraven.
Tijdens haar leven en na haar dood, nam de devotie rond de zieneres en mystica toe, ook in Nederland. Op haar graf kwamen monumenten tot stand en haar huis en kamer werden een bedevaartsoord.
De wonderen waren al tijdens haar leven zeer omstreden. Op 10-2-2004 schreef de “Kriminalbiologe” Mark Benecke een artikel in de „Süddeutschen Zeitung“ waar hij o.a. schrijft over DNA-onderzoek van het bloed dat gevonden is op de verbanden van Therese Neumann. Het bloed stamt af van haar zelf en het is dus niet uit te sluiten dat ze zichzelf met wonden toetakelde. Haar visioenen kunnen door psychiaters ook als wanen worden gezien, zeker in combinatie met het hongeren en dorsten wat ze deed. Wonderlijk is wel dat ze best een bolle toet heeft op foto’s.
Nadat we bij haar graf waren geweest reden we naar een andere plaats die van groot belang is voor de katholieken: Waldsassen
Omstreeks 1130 begon de bouw van het kloostercomplex dat als centrum voor de kolonisatie van cisterciënzermonniken diende. Zij kwamen in het gevolg van de Diepoldinger, een gravengeslacht uit Vohburg, dat ter ontginning van het nog „wilde“ gebied voor het „Heilige Roomse Rijk“ uit de Beierse Nordgau naar het latere Egerland was opgebroken.
Een bewogen geschiedenis heeft het sticht, maar dat is aan de gebouwen niet te zien.
Als je binnenkomt ben je overdonderd door de ruimte en enorme hoeveelheid barokke versierselen die je bijna tegemoet komen.
Stralend presenteert de basiliek zich in barokstijl met schitterend stucwerk van de gebroeders Carlone. Zij hadden kort voor deze werkzaamheden de dom te Passau voltooid. Opmerkelijk ook het koorgestoelte. Hieraan werkte de inheemse vakman Martin Hirsch 28 jaar, een waar levenswerk. Het is een indrukwekkende en waardige omgeving voor het geven van basiliekconcerten. Beroemde kunstenaars traden hier reeds op: het Domspatzenkoor uit Regensburg en ook de inmiddels overleden componist en dirigent Leonard Bernstein.
In 1803 werd de kloosterkerk, die tot dan toe alleen voor cisterciënzer kloosterlingen was, overgedragen aan de katholieke gemeente. In 1969 werd de kerk tot pauselijke basiliek gewijd.
Ze hadden hier wel de wonderlijke gewoonte om geraamtes van heiligen in glazen kisten tentoon te stellen. We hadden dat al eerder gezien in Beieren, maar hier lagen ze niet alleen, ze hadden ze zelfs staand opgesteld. Een goed kijker ziet op de bijgesloten foto van een zijaltaar van de kerk dat er eentje uit de kist lijkt op te staan. Lekker luguber allemaal. Harry werd er totaal door gefascineerd. Ze zullen hier wel veel pepermuntjes hebben gegeten denk ik…
Opvallend was dat er nog een duidelijk plekje vrij was gehouden. Bewaren ze dat voor Therese Neuman, of euh… ???
Meteen naast de basiliek is een waar kleinood, de kloosterbibliotheek uit het jaar 1726. Prachtige levensgrote houtgesneden figuren dragen de omlopende galerij. Een non uit het klooster heeft ze allemaal als symbool voor verschillende beroepen geïnterpreteerd, die aan de vervaardiging van een boek meewerken. Om enkele voorbeelden te noemen: de varkenshoeder, hij levert het perkament of de molenaar, hij wint de boeklijm uit het gemalen koren.
In onze moderne tijd hebben kunsthistorici de figuren als medespelers aan het Italiaanse improvisatietoneel, commedia dell’ arte, ontmaskerd. Het staat iedereen vrij, zijn eigen keuze te maken uit de verschillende versies. Onbetwistbaar zijn echter schoonheid en symmetrie van de figuren evenals de uitstraling die zij op de toeschouwers hebben. Helaas voor ons was de bibliotheek gesloten…
Het was ondertussen al aardig donker geworden en de dag was goed gevuld geweest. We vonden onze weg naar het dorp Mähring ook al was de kerk weer niet verlicht. Ik hoop dat ik nog een keertje de kans krijg om hem te fotograferen in verlichte toestand! Toch was er iets belangrijkers. Er was namelijk een buurtsupertje en die was nog open. Ik keek Har aan, verzamelde moed en vroeg of hij wilde stoppen. Nou, dat kwam niet echt onverwacht en ik geloof dat hij ook wel een beetje opgelucht was. Ik stapte de winkel in en kocht 4 tinnetjes met natvoer (anders zou ik met een flink pak brokken blijven zitten en ik heb genoeg kattenbrokken thuis). Voldaan en glunderend kwam ik bij de auto terug. Har keek ook blij.
Meteen liep ik naar het katje, kletste tegen hem en hij mauwde terug. Agossie…
Ik zette het eten neer en was erg benieuwd of hij er van zou eten.
Hiko kreeg daarna een flinke wandeling in de vrieskou, maar niet in de richting van Treppenstein. Daar zat namelijk het katje, en die had voorlopig genoeg voor zijn kiezen gehad met Hiko.
We aten pasta met tonijn, broccoli en ui en ik hield een beetje tonijn over voor die kleine dreumesin de kou. Na het eten vloog ik de deur uit om te kijken of hij gegeten had. Helaas… het was onaangeroerd. Ik wurmde met mijn hand het blikvoer los zodat er meer geur vrij zou komen en mengde het met het restje tonijn. Die visgeur moest toch wel door zijn snotneus heen lunnen dringen dacht ik zo. Ik warmde het hele prakkie weer een beetje op met mijn handen. Het vroor toch zeker al wel een graad of vier. Hij mauwde steeds terug als ik tegen hem praatte maar durfde niet echt te naderen. Met mijn “koplamp”, een zaklamp op mijn hoofd die ook zonder dat je mijnwerker bent erg handig kan zijn vond ik hem. Hij zat op de onderste tak van een dikke dennenboom, en keek verkleumd in de lamp. Te bang om te naderen en niet bang genoeg om echt te vluchten. Als hij nou maar ging eten…
Terug in het huisje had ik een stuk van de kooksoap gemist. Kon me niets schelen, was alleen maar met die kleine bezig. Gelukkig hield Harry alles goed bij en vertelde hij wat er gemaakt was. Vooral het toetje, Bratapfel in Vanillesosse, liet hem bijna kwijlen en de kersttafel had hij in gedachten al gedekt.
Nog even gingen we terug naar het katertje toen we de hond hadden uitgelaten. Harry liep mee en was zodoende getuige van mijn opluchting toen bleek dat hij had gegeten, en ik van de zijne. Weer kwekte hij terug, maar dichterbij dan 30 cm kreeg ik niet voor elkaar om te komen. Het was echter al een hele winst vergeleken bij het vluchtgedrag van vanochtend. Nou maar hopen dat hij de nacht doorkomt…
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley