Naar het Europese vasteland
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
02 September 2006 | Denemarken, Skanderborg
Over de nieuwe brug die ze naast de Varoddbrua hebben gebouwd reden we richting de veerboothaven.
Oeps! Daar was een tolpoort! Er moest een muntje van 10 kronen in en dat had ik niet meer. Door de vroegte was er geen levende ziel te bekennen en Harry had het nu wel gehad met het vroege opstaan in het algemeen en de tolpoorten in het bijzonder. Hij reed nu gewoon door en wilde het probleem niet oplossen. We zien het thuis wel””, zei hij.
Arme Har, het was vroeg, zijn gevoelstijd was ongeveer midden in de nacht en hij moest al naar die verdraaide veerboot rijden. Maar goed dat we de drijfnatte tent niet hoefden af te breken en dat we in het hutje hadden geslapen!
Ik wilde perse op tijd bij de veerboot zijn, en Har heeft de neiging om overal op het nippertje op tijd of net iets te laat te zijn. Zijn motto:”Op mijn werk moet ik altijd al op tijd rijden en daar wil ik in mijn vrije tijd niet mee lastig gevallen worden!”
Normaal kan ik er wel enigszins een mouw aan passen (punctueel als ik ben…) maar bij de boot… Als je de boot mist is er toch een probleempje… Gelukkig waren we ruim op tijd en kon Har nog even suffen in de auto.
Uiteraard hadden we proviand voor aan boord bij ons: er moest weer zeeziekte bestreden worden, immers!
Op de nog natte houten banken aan boord van het schip streken we neer, allebei in onze mooie Noorse trui. We maakten ons klaar voor een lekker ontbijt: stevig Noors meergranenbrood met een lekker knapperig korstje, moltesyltetøy (jam van die gele moerasbessen), lekkere kaas, gekookte eieren… Het waaide behoorlijk, dus Har nam voor de zekerheid een primatourtje (pil tegen reisziekte). Nou, eer die pil werkte was de zee al weer lekker ondiep en zonder schuimkoppen. Alleen de strook langs de Noorse kust is dieper en daar waren wel wat golven die wat hoger waren, en mooi schuimden. Har nam zich op deze overtocht voor om toch maar geen primatour te nemen. Hij is er aardig overheen gegroeid, over de zeeziekte in ieder geval!
Vanaf de boot hadden we een mooi uitzicht op de haven van Hirtshals. Toen we aan land kwamen was er een ding dat de hoogste prioriteit had: honden uitlaten!
We vonden achter de overblijfselen van de Atlantikwall wat bos waar de honden even lekker konden lopen, en frisse lucht halen. Voor wat hoort wat, dus ze lieten ook nog iets achter, keurig tussen de bosjes!
Er waren al prachtige paddestoelen in de bossen, rode zonder witte stippen.
Op 9 april 1940 werd Denemarken bezet door de Duitsers, en al vanaf het eerste begin van de bezetting werd begonnen met het innemen van strategische punten. Die waren met name van belang voor het vrijhouden van de weg naar Noorwegen. In het voorjaar van 1941 werden meerdere lucht- en kustverdedigingswerken opgesteld in Hirtshals om de haven te beschermen.
Toen de Duitsers in 1942 begonnen met de bouw van de beruchte Atlantikwall, leek Hirtshals nog het meest op een groot oorlogsstrijdtoneel. Er werden kanonnen voor luchtafweergeschut in de grote betonnen bunkers gezet, en er kwamen bunkers voor munitie en personeel.
Het was eigenaardig dat naast allerlei bedrijfspanden bij de haven de overblijfselen van het zgn. Derde rijk te zien. Gedeeltelijk zijn de bunkers geïntegreerd als opslagplaatsen, gedeeltelijk door de natuur overwoekerd en gedeeltelijk staan ze eenzaam en verlaten aan de Deense kust.
In Denemarken zat Har zichzelf behoorlijk in de weg. Het wakker worden lukte vanmorgen al niet zo, maar het wakker blijven bleek een nog grotere opgave. We maakten een tussenstop om de slaap te verdrijven, iets dat zelfs de koffie niet lukte... De frisse lucht en wat bewegen bracht wel wat soelaas, maar toch bij Skanderborg moesten we een camping opzoeken.
We vonden er eentje en ik ging me aanmelden. Keurig in het Noors met een dik Deens sausje er over meldde ik ons aan. Kreeg meteen een compliment over mijn Deens, en ze vroeg hoe ik zo goed Deens sprak. Ik vertelde dat ik een jaar in Noorwegen had gewoond, en ze antwoordde:”...ja maar... het klinkt zo Deens!” Afijn, missie geslaagd, zullen we maar zeggen!
De tent stond in een fruitboomgaard, en we stonden bij appelbomen. De douche daar moest een muntje in van 2 kronen zei de vrouw van de receptie. Nou, dat kwam mooi uit: ik had er nog precies twee in mijn portemonnee.
Harry was als eerste aan de beurt voor fris en rein te worden en vol goede moed ging hij in zijn korte broek met de handdoek over zijn schouder naar de douche, of de “does”, zoals hij het altijd zegt. “Effe lekkah doezuh” dus, op ze Haags!
Toen hij terugkwam zag ik het al... de “does” leek niet zo verkwikkend geweest te zijn. Die twee kronen gaven warm water, ja, maar slechts een halve minuut. In plaats dat die vrouw dat even gemeld had... Nee dus! Ik zal het hem maar niet zeggen, maar het koude water maakte hem wel zo wakker als ik de hele dag nog niet had gezien, of zou het de adrenaline zijn?? :)
Toen was het mijn beurt. Waar was nou dat twee kronenmuntje gebleven? Ik had er toch nog eentje? De aap kwam al gauw uit de mouw: Har had hem gebruikt. Hij stond met een ingezeept hoofd vol shampoo en dat moest uitgespoeld worden en toen had hij het andere muntje ook gebruikt.
Goed, oké dan, ik wist in ieder geval wat ik voor me had: een koude douche!
Nog nagloeiend en elk longblaasje gebruikt hebbend kwam ik wel verkwikt terug bij de tent. Je kunt zeggen wat je wilt, maar hoe rottig het tijdens het douchen ook voelt, na het douchen gloei je lekker na en voel je je helemaal de bink!
De honden konden we hier prima uitlaten. Het vlakke Denemarken was heerlijk voor Kaat en Hiko struinde ook lekker door de bossen rond de Skanderborg Sø.
Na nog even zitten in de schemer kropen we onze slaapzak in. Morgen hadden we nog een lange rit te gaan. Toen begon het pas...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley