Kaas, bloedwraak en speeltuin
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
23 Oktober 2006 | Frankrijk, Parijs
We reden via Ajaccio de binnenlanden in. Het was heel herkenbaar uit de Asterix!!
In Grosseto zagen we een oude glimmende zwarte peugeot 404 onder 2 platanen met herfstkleuren staan in het tegenlicht. Het was een prachtig gezicht.
In Corsica hebben ze de beroemde kazen. Al in de Asterix repten ze over de heftig geurende kruidige Corsikaas. Daar was er zelfs explosiegevaar…Er zijn verschillende soorten kaas, vooral van schapen- en geitenmelk.
De definitie van boerenkaas is dat het gemaakt moet zijn door een herder, van melk van slechts één kudde en op traditionele wijze. Aldus variëren de boerenkazen enorm, niet alleen door hierboven genoemde variabelen, maar ook door hetgeen de koeien (vaccinu), schapen (pecurinu) en de geiten (caprunu) op het eiland eten.
Het landschap, het klimaat, de vegetatie en de bijna wilde schapen en geiten vormen de ingrediënten voor de typische Corsicaanse kazen. Zo kan het gebeuren dat een schapenkaas in Calenzana (Balagne) ietwat een lichte smaak van hazelnoten heeft, hoewel de dieren geen noten eten. Dit komt doordat ze zich naast gras, rijk en gevarieerd voeden met diverse planten en kruiden.
Vaak zijn de Corsicaanse kazen klein, zout, sterk van smaak met een uitgesproken geur.
De zuivelproductie is een belangrijk onderdeel van de economie van Corsica, met meer dan 17 miljoen liter melk van schapen en geiten. De kaas is dus een zeer verbreid product in Corsica en de productie is uniek, want de Corsicaanse kaas manifesteert zich als "manghja". In feite houdt dit de originaliteit van elke Corsicaanse kaas in, want hij wordt "usu anticu" vervaardigd, op de oude manier, op ambachtelijke wijze.
Daarnaast zijn er uiteraard geproduceerde fabriekskazen. Er is onder andere een klein kaasfabriekje in Furiani.
In 1922 telde Corsica 180 zuivelfabrieken, vooral door de melkindustrie van Roquefort. Roquefort verzamelde toen bijna de gehele productie van het eiland. Sinds de gedeeltelijke terugtrekking van Roquefort uit Corsica is dit minder dan een derde van het totaal.
Brocciu, spreek uit: broetsj, werd in vroegere tijden enkel van kaaswei gemaakt, en hij was de kaas van de arme Corsicanen. Nu wordt er verse schapen- en/of geitenmelk aan toegevoegd, en is hij de kaas voor iedereen. Na de bekroning in Parijs weet ik niet of ze hem hier nog eten… Hij is in elk geval overal te krijgen en erg lekker!
We reden verder omringd door bergen die begroeid waren met de maquis. De weg was bochtig en het was heel anders vergeleken met de kustweggetjes van gisteren, waar je steeds aan een kant zicht over de zee had.
Via het dorp Petreto-Bicchisano reden we verder naar het zuiden. Bij het plaatsje Olmeto hadden we plotseling weer uitzicht op zee.
Olmeto is zo’n typisch Corsicaans dorp dat tegen een berghelling aan ligt met eeuwenoude kleine steegjes en mooie doorkijkjes.
De volgende stad waar we kwamen was Propriano. Vlak voor Propriano was een grasveld waar we de tent mooi konden drogen en Har vond over het hek van een weiland achter een bosje een mooie gelegenheid om van zijn darmkrampen af te komen…
Propriano is een havenstad in het zuid- zuidwesten van Corsica. De havenplaats vormt een belangrijke doorvoerplaats naar oostelijk gelegen stad Sartene. Er wonen ongeveer 3300 mensen.
De stad is gelegen aan de baai van Valinco waarin diverse rivieren uitmonden zoals de Taravo, Rizzanese en de Baracci. Propriano heeft een zeer mooie omgeving en er bevinden zich ook veel vakantieaccommodaties zoals hotels, vakantiehuizen, campings en villa’s. De plaats is tegenwoordig een badplaats, maar was tot 1960 eigenlijk een vervallen havenstad met veel criminaliteit, maar daar is nu niets meer van te merken. Integendeel: Propriano bloeit als nooit te voren. In de haven zijn dan ook veel dure boten te zien…
Sartene is een plaats in het zuidwesten van het Franse eiland Corsica en heeft een inwoneraantal van ongeveer 3500. De plaats ligt enigszins in het binnenland, aan het dal van Rizzanese (nabij de gelijknamige rivier), op een afstand van 10 km van de kust in het westen (bij de plaats Propriano) en ongeveer 15 km ten noorden van de kust bij Figari, waar ook het vliegveld van Figari ligt. De oostkust bij de plaats Porto Vecchio ligt op een afstand van ongeveer 30 kilometer.
Sartene ligt op een hoogte van 350 meter op een groot rotsgedeelte van de hellingen van de Monte Rosso en ondanks het feit dat de plaats redelijk ver in het binnenland ligt is de plaats vanaf de kust te zien.
Sartene wordt veelal uitgedrukt als de meest Corsicaanse stad en dit heeft de stad waarschijnlijk te danken aan de typische Corsicaanse “vendetta (bloedwraak)” die hier bloediger en heviger dan waar dan ook op Corsica werd beleefd. Dit had te maken met het feit dat de stad heftig was verdeeld in twee kampen. Enerzijds waren er aanhangers van de verdreven Karel X (afstammeling van het huis van Bourbon) en anderzijds waren dit de aanhangers van de burger koning Louis Philippe. De strijd duurde tot 1834 toen er tussen beide kampen vrede werd gesloten.
Bloedwraak is een eeuwenoud cultureel fenomeen. In het eerste Bijbelboek Genesis (en ook in andere Bijbelboeken uit het Oude Testament) wordt gesteld dat een moordenaar gedood moet worden. Er wordt daarbij niet bepaald, wie verantwoordelijk is voor het doden van een moordenaar.
Binnen een stam, en zeker binnen een familie, komt bloedwraak relatief zelden voor; men deelt immers dezelfde maatschappelijke eer en door onderlinge conflicten kan men die verliezen zonder dat er een schuldige van buiten de familie kan worden aangewezen.
Vanaf de verhalen over de Zondvloed wordt het vonnissen van moordenaars in de Bijbel bij officiële en onafhankelijke instanties neergelegd: hiermee werd de doodstraf gelegitimeerd, maar de bloedwraak veroordeeld.
Bloedwraak werd in Europa toegepast door de Germanen. In de Middeleeuwen was bloedwraak in Europa nog zeer gebruikelijk, en vele oorlogen zijn begonnen vanwege bloedwraakvetes tussen adellijke families. Met de komst van een overheid die zorgdraagt voor het bestraffen van misdadigers zou bloedwraak als gerechtvaardige reden voor moord uit vrijwel heel Europa verdwijnen. Alleen op Corsica, Sicilië en Albanië komt in Europa bloedwraak nog voor. Buiten Europa is bloedwraak in veel culturen een normaal verschijnsel.
Een bloedwraakmoord, d.w.z. een tweede dode, kan leiden tot een nieuwe (derde) dode, die weer gewroken moet worden. Dit wordt ook wel een vendetta, een bloedvete of een wraakneming zonder einde, genoemd.
De kans een vendetta te beëindigen is het grootst wanneer er aan beide zijden evenveel slachtoffers zijn gevallen. Maar de telling is niet zo simpel omdat ook de status van de slachtoffers van belang is. Zo geldt een ouder slachtoffer als 'waardevoller' dan een jonge vrijgezel.
Op Corsica kostte het verschijnsel vendetta tussen 1359 en 1729 naar schatting meer dan 30.000 levens. Vooral tijdens de Genuese overheersing (16e tot en met de 18e eeuw) vonden er veel bloedwraakmoorden op Corsica plaats, vooral omdat de autoriteiten zich weigerden te bemoeien met binnenlandse conflicten. Pas in 1920 werd bloedwraak op Corsica bij wet verboden.
Een bloedwraak- of bloedvetemoord moet voldoen aan strikte regels die per regio verschillen. Een algemene regel is dat vrouwen en kinderen (tot 12 jaar) nooit het slachtoffer mogen worden. Het doden van vrouwen is niet eervol; bij het doden gaat het immers om het herstellen van de eer en dat kan alleen volgens de gewoonterechtelijke regels. Verder mag - meestal - telkens niet meer dan een slachtoffer worden gedood. In 2003 werden in een bloedvete in Egypte meer dan 15 mannen uit één familie tegelijk gedood, juist toen ze op weg waren naar een rechtszitting over de zaak. Dergelijke moorden zijn uitwassen in een bloedvete en gelden niet als eervol.
Overigens spelen vrouwen een grote rol bij het voortzetten van een bloedvete. De bebloede kleren van een nog ongewroken slachtoffer worden door de moeder of weduwe bewaard en dikwijls getoond aan een broertje of zoon die, als hij groot genoeg is, zijn broer of vader zal moeten wreken. In veel gemeenschappen waar bloedwraak voorkomt wordt gedacht dat de ziel van de overledene geen rust zal kennen totdat hij gewroken is.
Bloedwraak is soms af te kopen met geld (in het Nederlands weergeld, zoen of ook wel bloedgeld genoemd). Pas na de tweede dode, of bij een andere gelijke stand, is afkopen doorgaans mogelijk. Soms, vooral wanneer de eerste dode is gevallen als gevolg van een ongeluk, kan ook deze worden afgekocht. Ook verwondingen kunnen worden afgekocht.
Nadat de familie van het slachtoffer het bloedgeld aanvaardt, is er geen reden meer voor voortzetting van de bloedvete.
De stad Sartene heeft verder het kenmerk van een echte bergstad met een middeleeuws karakter, die des al niettemin afhankelijk is van de toevoer vanuit de havenstad Propriano. Desondanks is de stad toch van economisch belang. Dat heeft het te danken aan de waarde van de omliggende omgeving, die als vanouds in de middeleeuwen werd bewoond door machtige edelen van La Rocca en daarna door de adellijke families zoals de heren van Cinarca.
In Sartene wordt elk jaar op goede vrijdag de processie van de geketende gehouden. In deze processie wordt volgens middeleeuws gebruik een boettocht gehouden waarbij de kruis dragende boeteling met een zwaar gewicht aan zijn rechtervoet voorop gaat. De boeteling is gekleed in een rode mantel met een kap over zijn hoofd, waar het gehele gezicht door wordt bedekt. Daarachter lopen diverse priesters en andere gelovigen die allen tot god aan het zingen zijn.
De tocht begint bij de Sainte Marie kerk en eindigt hier ook. De tocht voert door de hele stad van de ene kerk naar de andere. Aan het einde wordt een preek en een zegening gehouden.
Het centrum van Sartene wordt gevormd door het Place de la Liberation, dit is een van de mooiste pleinen van Corsica en vanaf hier heeft u een magnifiek uitzicht over het dal van de Rizzanese. Er zijn hier ook een aantal gezellige terrassen. Aan dit plein ligt ook de kerk Sainte Marie, waar op Goede Vrijdag elk jaar de processie van de geketende begint en eindigt.
Niet te geloven, maar hier zaten ze echt, de opaatjes uit Asterix, en ze namen de wereldproblemen door. Alleen: ze zaten niet meer op een boomstam, maar op plastic stoelen…
De kerk is op zich niet zo bijzonder, maar het bijzondere is dat links van de ingang het kruis en de keten van de Catenacciu zijn te bezichtigen. Deze attributen worden gebruikt bij de processie van de geketende. Aan het plein bevindt zich ook het Hotel de Ville, dat dienst deed als Paleis van de Genuese gouverneurs. Ook het stadhuis bevindt zich hier en daaronder loopt een poort waar de oude middeleeuwse wijk Santa Anna met smalle schilderachtige straatjes ligt. Opvallend zijn de piepkleine ramen in de granieten huizen en die zijn niet zonder doel gebouwd. Vetes en jarenlange vendetta’s tussen families kwamen op Corsica veelvuldig voor. Het was daarom belangrijk om indringers buiten te houden.
In de omgeving van Sartène in Tizzano kan men enkele locaties met menhirs en dolmen bezoeken. Ook leuk in de omgeving is Belvedère de Foce, 5 km ten oosten van Sartene. Op ongeveer 9 km ten zuid oosten ligt het dorpje Mola, van waaruit u een mooi uitzicht heeft over de stad Sartene en op de golf van Valinco. Over de kleine slingerweggetjes in de Alta Rocca, het achterland, wordt elk jaar de Rally van Corsica gehouden. Dit alles hebben we niet gezien…
Wat we wel gezien hebben is een Genuese brug. Naast verdedigingstorens bouwen hebben ze ook veel bruggen gebouwd. Ze hebben precies de breedte dat je er met paard en bepakking overheen kunt komen, of lopend met zijn tweeën naast elkaar. Spin a cavellu betekent: ruggengraat van het paard.
Ook vanaf het water had je een mooi zicht op de brug.
Bij de parkeerplaats boven aan de weg zat een hond aan een lijntje. Hij lag lekker te wachten in de schaduw, en we hebben hem wat drinken gegeven. Hij had niet zo’n erge dorst, dus we concludeerden dat hij verzorgd werd, omdat er verder geen water binnen zijn bereik was. Ook was hij niet vermagerd, en zijn dikke poten verraadden een puberleeftijd.
Hij kreeg een kluif van Hiko en keek ons blij verrast aan, pakte de kluif en ging aan de slag. Dankbaar kloof hij en keek af en toe of we het echt wel zo bedoelden. Zo lieten we hem weer achter, in de hoop dat zijn baas hem zou komen halen.
We reden verder richting zuiden, want ons doel was Bonifacio. We kwamen nog bij een mooi uitzichtpunt bij een dorpje, waar ik vriendelijk werd gewezen dat ik in dat en dat paadje moest lopen en dan zou ik een mooi zicht hebben op de Corsicaanse zuidkust. Inderdaad, het klopte! Heel attent van de vrouw om het even te vertellen!
Toen werd het tijd om een kampeerplek te zoeken. Bij Bonifacio zijn er heel veel campings dus dat moest wel lukken. De eerste was nog voor Bonifacio bij een achteraf huisje op het boerenland. Daar wilden ze dat we onze paspoorten afstonden en namen ze geen genoegen met onze kampeerkaarten. Nou, mooi niet dus! We besloten door te rijden want er waren minstens 5 campings bij Bonifacio.
De eerste hadden we al snel gevonden, maar die was dicht. De tweede was een stukje buiten de stad, maar ook daar was geen levende ziel te bekennen en alles was gesloten. Op naar de derde camping, dan maar
We reden over een weg tussen de krijtrotsen door met allemaal horizontale groeven er in. Dat was heel apart. Boven op de krijtrotsen kwamen we uit en we zagen Sardinië liggen. Ook hadden we een prachtig zicht op Bonifacio. Het is een oude stad die op een klif van een schiereilandje is gebouwd. Zowel vanaf de haven als varend op zee als wandelend rond de stad heb je mooi zicht op de oude stad die omringd door een stadsmuur gewoon mooi en oud ligt te zijn. Nu vonden we zowaar twee campings naast elkaar, maar ook hier kregen we nul op het rekest. Er liep wel iemand, maar het was wel degelijk heel erg gesloten hier, en wel beide campings…
Nu begonnen we het toch wel warm te krijgen. Er was nog 1 camping over die we nog niet gezien hadden en we waren nu wel aan een plekje toe en begonnen moe te worden. Ook werd het later en later en het is toch wel handig als de boel voor het donker staat…
Nou, uiteindelijk kwamen we dan bij de laatste camping in de buurt, en ja hoor… ook gesloten. We keken verslagen om ons heen bij de ingang. Toen kwam er een man op ons af en vroeg wat we zochten. Verslagen vertelde ik dat we alle campings van de stad hadden gehad en onze laatste hoop op hun hadden gevestigd. De man keek ons eens aan en zei dat we even moesten wachten. Hij liep weg en kwam even later terug en vroeg of we veel nodig hadden. Nou nee, alleen wat water en 3 vierkante meter, en een plekje voor de auto, verder niets.
Of we op de kinderspeelplaats een plekje wilden hebben, en er was nog een toilet in functie, dat zou hij wel even wijzen. De douche was er alleen koud, maar er was in ieder geval water… Nee, hij wilde er geen geld voor hebben. Poeh… er klonk een zucht van opluchting uit zowel Harry’s als uit mijn mond. Wat verschrikkelijk aardig, en wat kwam het goed uit nu het al begon te schemeren …
We zetten de tent op en kookten snel een prakkie: pasta met kaas die Corsica heette en broccoli en ui. Zo, even de afwas, en toen was het donker. Dat hadden we mooi voor elkaar!
De honden moesten langs een drukke weg uitgelaten worden, maar het ging allemaal prima!
Opgelucht doken we ons bedje in!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley