Tent en een dagje op vakantie in eigen land - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Lisette Zweers-van der Staak - WaarBenJij.nu Tent en een dagje op vakantie in eigen land - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Lisette Zweers-van der Staak - WaarBenJij.nu

Tent en een dagje op vakantie in eigen land

Door: Lisette

Blijf op de hoogte en volg Lisette

31 Augustus 2008 | Nederland, Amsterdam

Vandaag liep alles anders dan afgesproken en verwacht… Eigenlijk zou ik met Irma even mutsen bij de Blokkerdagen in de Jaarbeurs. Maarrrrr… Half september gaat Irma zes daagjes met ons mee kamperen ergens waar het bruikbaar weer is, en ze moet een dak boven haar hoofd dat haar ook beschermen kan tegen minder bruikbaar weer! Nu heeft haar tante een tent van vele jaren oud, maar van ouderwets kwaliteitsdoek. Die zouden we proberen op te zetten, maar aangezien de tent al decennia oud is hadden Har en ik er niet al te veel vertrouwen in.
Gisterenavond vonden we op marktplaats een advertentie van een Karstententje van 2x2 meter, 3 jaar oud, 8 weken gebruikt. Enige nadeel: hij is oranje. Karsten camoufleert dit euvel door de kleur oker te noemen, maar hij is echt oranje… zucht…
Als kleuter had ik een knaloranje driehoekstentje en dit valt enorm op. Echt waar: als je de camping op komt knalt die kleur je tegemoet. Laat staan als je ergens onopvallend in het wild gaat staan… Lukt niet… No way… Ik had dus gezworen om nooooit meer een oranje tent te kopen…
Ik belde Irma af (de tent was ook in haar belang en ze begreep het volkomen, gelukkig!) en Har en ik reden naar Wormer, naar de man die zich in de advertentie KeKo had genoemd. Inderdaad, bleken het de eerste letters van voor- en achternaam te zijn. De ANWB routeplanner had een perfecte beschrijving gegeven en we reden linea recta naar zijn huis toe. De tent stond op zijn plaats opgezet en zag er perfect uit. Gelukkig was hij al iets verschoten. Hij was ooit gewonnen met een prijsvraag van Libelle of Margriet of zo, in ieder geval een huismutsenblad. De prijsvraag werd echter door 2 oudjes gewonnen en wat moesten die nou met een klein tentje… Ze hebben het verkocht aan KeKo, die met zijn kinderen hem 2 + 3 + 3 weken gebruikt had. Hij was best verknocht aan het tentje, maar zijn vrouw vond dat ie weg moest en zo belandde de tent op marktplaats waar hij al even stond. Er waren meerdere biedingen uitgebracht en de laatste was van 475 euro. Har en ik waren het eens dat de tent max. 550 euro mocht kosten en Har belde. Hij is de beste onderhandelaar van ons. Het was in 3 zinnen beklonken. De tent is opgeleverd in februari 2006 en was dus een jaar jonger dan KeKo dacht. Het is een koopje! Ik zette al mijn principes over de kleur opzij en tevreden namen we de tent mee. Als extra kregen we ook nog een pomp er bij. Ook was er een setje met ventielen, bandenplak voor de luchtbanden en dopjes voor op de ventielen in een kobaltblauw hoesje dat gemakkelijk in het gras te vinden is. Totale nieuwwaarde had KeKo berekend op 1275 euro… Ik beloofde hem lief te zijn voor zijn tentje en ik geloof dat hij er wel vertrouwen in had. Het scheelde natuurlijk dat we al 2x eerder een Karstentent hadden en we kunnen er al mee lezen en schrijven.
Nu we toch in de buurt waren reden we maar meteen bij de winkel van Karsten langs in Zwaag, want de touwtjes van onze tent moesten worden vervangen. KeKo wees ons een prachtige route via Jisp en Neck naar de snelweg.

Jisp blijkt historische grond. Uit oude geschriften blijkt dat de eerste bewoners zich vestigden in het jaar 956 in dit veenmoeras. Dit bestond uit hoogveenpakketten die zo’n vier meter boven de zeespiegel lagen met diverse berkenbroekbossen. Ze kwamen van de overvolle strandwallen, waar geen hout meer was om te bouwen en te stoken. In eerste instantie kwamen ze in het voorjaar op vlotten door de veenstromen richting het latere Jisp, om tegen de winter weer naar de hogere strandwallen terug te keren. Maar allengs bleven er meerdere mensen er voor vast en vestigden zich aan veenstromen die in open verbinding stonden met het Oer IJ en dus met de Noordzee.
De oorsprong van de mensen die op de strandwallen (en later hier) woonden kwam uit Friesland. Friesland lag nog aan Noord-Holland vast slechts gescheiden door een rivier, die eindigde in de Vlie. Het leven kabbelde voort en men probeerde tarwe en rogge te telen op het hoogveen, voor de dagelijkse levensbehoefte.
Op 1 november 1170 woedde een vreselijke storm en van heel Noord- en Zuid-Holland werd het hoogveenpakket grotendeels weggeslagen. Deze storm werd de Allerheiligenvloed genoemd. Het water stond aan de stadswallen van Utrecht en men ving wijting vanaf de stadsmuur. Nadat het water zich had teruggetrokken kon men pas zien hoe verschrikkelijk de natuur had huisgehouden. Het land lag nog maar even boven de zeespiegel, die in die tijd ook was gaan stijgen. Die stijging zou oplopen tot een meter! Die stormvloeden herhaalden zich in het volgende decennia nog enkele keren. Het Flevomeer was uitgedijd tot Zuiderzee. Niet meteen zo diep, maar daar zorgden de latere Allerheiligenvloeden weer voor. Waarschijnlijk zijn de bewoners, die niet waren verdronken, rond 1180 naar het zuidwesten getrokken op de hoger gelegen plek waar het dorp nu ligt.
Nu stond het dorp in open verbinding met de Zuiderzee. De visserij kon op grotere schaal worden beoefend hetgeen ook gebeurde. De handelsvloot (beurtvaart) op Hollandse- en Duitse steden voeren elke week heen en weer. De koopvaardij eveneens en de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de West Indische Compagnie, de haringvloot en later de Walvisvloot voeren vaak via Pampus de Zuiderzee op. Toen begon de eigenlijke geschiedenis van het dorp Jisp.
Jisp hield zich toen bezig met de visvangst op de meren. Meer mensen vestigden zich in Jisp en men ging zich toeleggen op het bouwen van grotere schepen om op de ontstane grote meren te kunnen vissen. Er kwamen voor die scheepswerven toeleveringsbedrijven bij zoals smederijen, wevers die stroken zeil weefden en rolrederijen die de stroken zeil aan elkaar naaiden, zeilenmakers die er zeilen voor de schepen van maakten en jaren later voor de molens. etc.
Men bouwde een vloot op en ging op de Zuiderzee vissen. Men bouwde rond 1300 een meelmolen te Jisp, die maalde voor het brood dat de haringvloot meenam. Wanneer het haringseizoen om was ging men met diezelfde schuiten handel drijven met het Oostzeegebied en deden Zweden, Noorwegen en Denemarken aan. Ook voer men op Frankrijk, Engeland, Portugal, Spanje, Italië, Griekenland en Afrika, en men handelde en handelde… Vele schepen voeren daar heen en weer en keerden soms na jaren terug in Nederland. Hierdoor werd Jisp rond 1200 al een vrij welvarend dorp. Het heeft toen op de nominatie gestaan de hoofdstad van Nederland te worden(!). Het ligt bijna centraal in Noord-Holland en economisch gezien was dit niet verkeerd. Van Amsterdam was nog geen sprake, dat kwam pas rond 1200 opzetten. En dit nog door gevluchte Waterlanders en Zaankanters. Ook Jispers zijn daarheen verhuisd. Vergeet ook niet dat dit gebied regelmatig onder water stond door de stormen die het water van de meren deed opstuwen. Men moest, om de vele overstromingen tegen te houden, het gebied beschermen met dijken en bouwde in een soort samenwerkingsverband een dijk om het oude land en provisorische houten sluisjes om te schutten. Ook werden er houten keersluizen gebouwd, waardoor het water er wel uit kon maar niet erin. De aanwezige boeren vonden het niet erg als er een dijkdoorbraak kwam. Sommigen hielpen zelfs een handje door de dijk door te steken. Had het water er enige tijd op gestaan, dan was het land weer bemest. Later werden ze bekeurd want daar waren de dijken niet voor gebouwd.
Grote schepen zoals fluiten konden niet door onze sluizen en moesten op de rede in het IJ, of in de havens van Edam of Enkhuizen afmeren. Jonker Frans van Brederode (een Hoek) stak echter de gehele haringvloot van Wormer en Jisp, in totaal 60 haringbuizen, in brand tijdens de Hoekse en Kabeljouwse twisten in het jaar 1488 in de Nieuwe haven te Rotterdam.

Tientallen jaren na 1488 had Jisp geen (zeezeil)boten meer en was men zeer arm. Maar langzaamaan begon men toch weer opnieuw. Hierbij kwam nog dat enkele grote steden rond 1600 een walvisvloot uitzonden naar de Noordelijke IJszee om walvissen te vangen, daar er een chronisch tekort aan vet was in Holland. Jisp was één van de eerste dorpen die een walvisschip uitreedde (1642). Al spoedig volgden er meer. Omdat rond de eilanden Spitsbergen en Jan Mayen de boel al leeggevist was, moesten de schepen open zee vissen. Dit had natuurlijk consequenties voor de traankokerij. Deden ze dat eerst op Spitsbergen in het plaatsje Smeerenburgh, nu kon dat niet meer omdat Smeerenburgh in verval was geraakt en het was ook veel te ver om van open zee eerst naar Spitsbergen te zeilen, daar de spek te zieden en dan nog weer naar Nederland te zeilen met de vaatjes traan. In allerijl werden te Jisp traankokerijen gebouwd. In het eerste jaar (1642) drie stuks en later werden er successievelijk nog eens acht bij gebouwd.
Over de walvisvaart zal ik verder niet uitwijden… Tegenwoordig speelt Nederland de brave Hendrik tegen landen als Japan, Canada en Noorwegen terwijl we zelf menige walvis op dieronterende manier de dood in hebben gejaagd. Je wordt er niet goed van als je leest hoe men dat deed….
Men was echter niet alleen wreed voor walvissen… Jisp heeft de gehele 17e eeuw leedsetters op het dorp gehad. Deze mensen konden botten weer aan elkaar zetten. Eén van die “meesters” werd wel de IJzeren Duim genoemd. Dit omdat bij de patiënten, wanneer ze waren vastgebonden en lichtelijk verdoofd werden door een pittige dosis brandewijn, het bot dat vaak weer aan elkaar was gegroeid, met de hand weer werd gebroken, hetgeen een angstaanjagend gebrul teweegbracht. Het bot werd dan gezet en gespalkt en met een katrollensysteem van elkaar gehouden. Men bond een leren zak aan het touw, dat door de katrollen liep en gooide daar net zoveel zand in dat het genoeg was naar het oordeel van de "meester”. Nadat het bot lichtelijk was aangegroeid werd de patiënt op een ladder gebonden en buiten, tegen de schuin tegenoverstaande kerk gezet. Men dacht dat buitenlucht (het is zonlicht ;-) ) omzette in vitamine D en dat heeft men nodig voor bot aangroei. De klanten kwamen vooral van het leger. Van elk geval kreeg de meester 5 stuivers. Ook het Noorse leger was een klant van hen. Voordat deze mensen vanaf het front in Jisp waren de botuiteinden vaak alweer aan elkaar gegroeid en moest opnieuw worden gebroken.
Er heerste een zeer strenge tucht voor de patiënten. Deden ze iets tegen de zin van de leedsetter, dan kregen ze een boete of hij trok de handen van de patiënt af.
Er waren in die tijd in Jisp elf herbergen, die de patiënten vóór de opname herbergden en wanneer ze ver woonden, moesten ze hier natuurlijk enige tijd revalideren.
Er waren in die tijd vele thuisbakkers en baksters. Deze mensen bakten het zogenaamde tweeback. Dit is een harde scheepsbeschuit die lang meeging. Dus ze werden niet alleen gebruikt op de Jisper vloten, maar zelfs de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West Indische Compagnie namen ze af. Wanneer de vloten weg waren ventten ze de rest uit in Amsterdam. De bakkers uit Amsterdam pikten dat niet en zo ontstond er een broodoorlog, waarbij de Jispers zoveel belasting moesten betalen dat het onbegonnen werk was om zo nog verder te werken.
In de 18e eeuw stonden er vele pakhuizen te Jisp. Ook veel spekhuizen, kaaspakhuizen en voor exotische producten als kruidnagelen, peper, kaneel kerrie etc.

Vanaf de 17e eeuw werd er begonnen met de inpoldering van Noord Holland. In 1612 kwam de Beemster droog; de Purmer in 1622; de Wijde Wormer in 1623; Het Schalmeer in 1633; de Enge Wormer in 1638 en de Starnmeer in 1643. Rond 1643 is dus ook de Oudelandsdijk gegraven want de overkantdijk is de Oostdijk van het Stermeer. Vanaf 1631 is bedijking rond Jisp versterkt en ongeveer zoals het nu nog is. Het luidde echter tevens voor het dorp de ondergang in van de Gouden Eeuw, want nu ze geheel omdijkt waren moesten er molens worden gebouwd om het regenwater eruit te pompen. Eerst werden er drie gebouwd, de Poelmolen, de Neckermolen en de Jisper- of Keijzersmolen. Een eeuw later werd de Zuidoostermolen erbij gebouwd. Men maalde eerst als het geregend had, maar al vrij spoedig maalde men al als het begon te regenen. Nu wil iedereen wel droge voeten, maar doordat het waterpeil vaak te laag was (en is), klonk de veenlaag in en dat wordt nooit meer goed. Ergo zakten (en zakken) ze steeds vlugger. Was het peil voor 1612 boven A.P., in 2003 stond het op 1.57 onder NAP.
Noord-Holland is in zijn geheel t.o.v. de rest van Nederland 30 cm meer gezakt. Ook het zeewaterpeil stijgt weer en men praat er wel enigszins sussend over, maar het gaat vlugger dan men wil weten.

Aan het eind van de 18e eeuw was Jisp overwegend een agrarische gemeente geworden. De welvaart was door het verdwijnen van de grote ondernemers en hun kapitaal, sterk teruggelopen. Samenhangend daarmee was ook de bevolking van Jisp aanzienlijk kleiner geworden. Het aantal inwoners dat volgens Van der Woude in het jaar 1514 538 bedroeg, was in 1622 opgelopen tot 1843. Rond het jaar 1650 waren dit er al 3800. om in 1742 al te zijn gedaald tot 881, terwijl in het jaar 1795 (begin van de Franse Tijd; de Bataafse Republiek) nog maar 621 inwoners in het dorp over waren.
Deze kleinere bevolking had weer tot gevolg dat in de 18e eeuw tientallen woningen werden gesloopt en er nauwelijks nog nieuwe huizen werden gebouwd. Datzelfde gold uiteraard ook voor de diverse bedrijfspanden (traankokerijen, pakhuizen etc.), die buiten bedrijf waren geraakt. Hierdoor werd het dorp duidelijk kleiner, zijpaden verdwenen omdat men de belasting niet kon opbrengen van de leegstaande panden. De grond werd dikwijls weggegeven aan de gemeente of diaconie.
Daar het land bleef zakken en de gemeente de wegsloot (met moeite) bijhield met baggeren (anders kon er niets meer worden aan- en afgevoerd) werden de scheepjes kleiner en kleiner. De grond bleef (en blijft) zakken en de bagger perst onder de weg de wegsloot in en onder de landerijen vandaan de sloten in. Het verkeer ging meer en meer over de weg en men verbreedde deze dan ook herhaaldelijk tot aan de wegsloot toe. Begin 1900 en rond 1933 werd er een stuk van de wegsloot gedempt en men bestraatte dat. En wat is het mooi, zo’n wegsloot! In de hele Zaanstreek zijn deze sloten gedempt. Jisp is het enige dorp waarvan deze nog over is.
(Bron: Jan Klopper)
Jisp kent een wegsloot en een raadhuisje uit 1650. De Hervormde Kerk is gebouwd in 1822 op de plaats van de eerdere kerk. Het koorhek en de preekstoel dateren van die kerk uit de 17e eeuw.
Na dit mooie typische dorp in de Zaanstreek kwamen we in de file terecht. Jawel, een ander Nederlands gebruik, wat voor velen een dagelijks terugkerend ritueel is. Gelukkig duurde het niet lang en waren we al snel bij Karsten, waar we de auto bij de Renaultdealer er naast in de schaduw mochten zetten voor de honden.
We hebben even rondgekeken, de touwtjes gevonden en ook nog langere stokken voor aan de autoluifel (eentje staat op het punt van het te begeven) en toen… Wat hoorde ik toch? Het was Har die rammelde van de trek. In de buurt vonden we een tentje en omdat we in de vakantie de verjaardag van onze relatie nog niet hadden gevierd was dit een excuus om samen even daar wat te eten. Gezellig! De honden kregen een emmertje water, en Har nam een megahamburger met friet en ik een mediterrane salade met olijven en feta.
Het liep allemaal heerlijk uit zo, en we besloten terug te rijden over de Markerwaarddijk, via Enkhuizen en Lelystad. Het was prachtig licht en we hadden mooi zicht over de haven van Enkhuizen en ik miste het bootje van Tinus van Thiel, dat bij ons aan de muur hangt!
Ik belde Irma hoe laat we thuis zouden zijn en zij zou vast voor onze deur haar auto poetsen. Ze had vandaag een poetsbevlieging en wilde daar even goed gebruik van maken.
Thuis aangekomen zette ik de tent op en Har en Irma stortten zich op haar oude tent. Maar goed dat we vandaag op expeditie waren gegaan… De binnentent was in prima staat, net als grondzeil en de stokken. Echter er ontbrak iets heel essentieels, dat niet zo maar vervangbaar is: de buitentent! Waarschijnlijk was hij wel waterdicht, want hij is van dat ouderwetse zware onverwoestbare katoen, maar als hij er niet is… de binnentent is sowieso niet waterdicht. Wat een domper voor Irma die de hele tent had uitgeleend en hem niet had gecontroleerd na teruggave. Nu 5 jaar na dato was er weinig meer aan te doen. Het was weer een leermoment in ieder geval!
Har en Irma stortten zich nu op de inrichting van Irma’s auto in de hoop het wat efficiënter te kunnen indelen en ik maakte het eten klaar. De honden lagen heerlijk aan Irma’s auto vast (handig, die sjorhaken aan bestelauto’s!) en tegen negenen zaten we eindelijk aan tafel.
Na een courgettesoep (met dank aan Irma’s tuin) en een kip tikka masala met cashewnoten doken we alle drie in elkaar. Na een bak thee en nog wat rommelen bij Irma’s auto was het toch ineens geen zaterdag meer, en we kropen snel ons mandje in! Zzzzz



  • 02 September 2008 - 13:00

    Betty:

    Fijn, eindelijk weer een
    bericht begon me al zorgen te maken!Toevallig afgelopen zondag op weg naar Middenmeer ook kriskras door de Zaanstreek gereden. Prachtig!
    Behalve leuk vind ik je veslagen ook zeer leerzaam en informatief.
    Lieve groet, P&B

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lisette

Dit is een reis door een hondenleven, en en passant neem ik je mee via Überall (D), Hvorsomhelst (N), Partout (F) en Vannenleiendakske (B)mee op kampeertrektochten door Europa. Veel lees- en kijkplezier!

Actief sinds 23 Juli 2012
Verslag gelezen: 469
Totaal aantal bezoekers 438242

Voorgaande reizen:

01 Januari 2008 - 30 September 2014

Waterliniepad

01 Januari 2010 - 31 December 2010

Dagboekje 2010

28 Oktober 2010 - 31 Oktober 2010

Weekend Eifel

12 Augustus 2010 - 23 Augustus 2010

Agder en Rogaland

03 Juni 2010 - 11 Juni 2010

Frans Vlaanderen

01 Februari 2008 - 06 Juni 2010

Hondenschool met Tora

01 April 2010 - 13 April 2010

Languedoc-Roussillon

01 Januari 2009 - 31 December 2009

Dagboekje 2009 buiten vakanties om

30 September 2009 - 05 Oktober 2009

Terschelling

18 Juni 2009 - 06 Juli 2009

Vestlandet

09 April 2009 - 19 April 2009

Eindelijk weer kamperen!

06 December 2007 - 31 December 2008

Tora's eerste jaar

04 December 2008 - 14 December 2008

Westerwald

07 November 2008 - 09 November 2008

Weekend Friesland met Ma en Bas

17 September 2008 - 22 September 2008

Met Irma naar de Vogezen

07 Augustus 2008 - 23 Augustus 2008

Tröndelag en Vestlandet

29 Mei 2008 - 08 Juni 2008

Berner Oberland en Luberon

03 April 2008 - 13 April 2008

Languedoc-Roussillon

05 December 2007 - 15 December 2007

Fichtelgebirge

06 April 2007 - 15 April 2007

Vogezen

18 Oktober 2006 - 29 Oktober 2006

Corsica

24 Augustus 2006 - 03 September 2006

Noorwegen

Landen bezocht: