Naar het dolfinarium
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
23 Maart 2010 | Nederland, Harderwijk
De volgende trein kwam en de hele meute stortte zich op de trein alsof hun leven er vanaf hing. De machinist zag me staan met mijn stok en nodigde me uit om bij hem in de cabine te komen. God zij dank... Ik durfde me al niet in het gedrang te wagen en dat deze droomplek... Hij mocht het niet doen, maar probeerde uit deze absurde situatie het beste te maken. Petje af voor deze meester!
De rest van de reis verliep voorspoedig en weldra kwam ik aan in Harderwijk op het Dolfinarium.
De zaal was stikdonker en half op de tast, hier en daar de stok als blindenstok gebruikend vond ik een plekje aan de kant. Eerst was er een verhaal over vlooien- en tekenbestrijding. Voor mij oude koek, afgezien van het feit dat de spreker ons probeerde te overtuigen dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat er resistentie is voor de stof fipronil. De firma die ons deze lezing voorschotelde levert een product met fipronil, dus… 1+1=2, nietwaar?
Tijdens de lunch moest ik de Uithof bellen om een afspraak te maken voor de kies van Hiko. Hoe ik ook probeerde: het resultaat was een telefoon die overging zonder opgenomen te worden en een ingesprektoon. Ik koppelde het weer terug naar de praktijk en Maaike wist gelukkig te regelen dat Hiek op 1 april (nee, geen grapje) naar de universiteitstandarts kan.
Na de lunch was er de krent in de pap. We mochten een training van de dolfijnen bijwonen. In dolfinarium Harderwijk werken ze met tuimelaardolfijnen. Ze wegen zo’n 200-300 kg, zijn 2 tot 3 meter lang. Ze kunnen tot 45 jaar oud worden. Met drie mannen van rond de 23 jaar wordt veel geshowd. Het zijn ervaren dolfijnen, maar voor de toekomst wordt de jeugd al klaargestoomd. Deze jongere dolfijnen zijn wat onzekerder en houden soms ook van klieren, zoals bij jongeren van meerdere diersoorten voorkomt!
Heel belangrijk is de dagelijkse gezondheidstraining waarbij de trainers de dieren kunnen bekijken en onderzoeken. Op een teken openen ze de bek zodat de 80 tot 100 tanden kunnen worden bekeken, ze liggen op de rug zodat de witte buik gecontroleerd kan worden op verwondingen en alle vinnen worden gecontroleerd. De staartvin wordt op verzoek op schoot van de trainer gelegd en uit een bloedvat van de staart wordt 2x per jaarbloed afgenomen om te checken of alles wel in orde is. Ook kunnen ze de temperatuur opnemen of een echografie maken bij zwangere dieren.
De dolfijnen hebben een rugvin voor de stabiliteit, een staartvin om snelheid mee te maken en borstvinnen om mee te sturen. Hij zwemt ongeveer 10 km per uur maar in een sprint kan hij snelheden van ongeveer 40 km per uur bereiken!
Tuimelaardolfijnen eten verschillende soorten vis en inktvis. In het Dolfinarium krijgen de dieren haring, inktvis, makreel, capelin en sprot. Een tuimelaardolfijn eet ongeveer 6 tot 8 kilo per dag, maar in de natuur eten de dieren gewoon die vissen die ze in dat gebied tegenkomen. Tuimelaardolfijnen hebben verschillende manieren om op vis te jagen. Ze vangen de vis door deze te grijpen deze met hun tanden. Daarna slikken ze de vis in één keer door. Om vis te vangen werken ze vaak samen. Afhankelijk van waar ze leven hebben ze verschillende technieken ontwikkeld om vis te vangen: ze gebruiken luchtbellen, verdoven de vis met hun sonar of drijven vissen op de kant en happen deze dan op. Dolfijnen halen het vocht wat ze nodig hebben uit de vis, ze drinken dus niet!
De training van tuimelaardolfijnen is een vorm van gedragsverrijking. Door de training worden de dieren bezig gehouden en zullen zij zich minder snel gaan vervelen. In het wild besteden tuimelaars veel tijd aan de jacht en dat hoeven ze in gevangenschap natuurlijk niet te doen. Daardoor houden dolfijnen in gevangenschap tijd over, die door hun verzorgers wordt opgevuld door middel van training.
Bij de training van dieren wordt uitgegaan van het natuurlijke gedrag van de dieren. De gevraagde gedragingen worden dus aangepast aan de diersoort. Daarnaast is ieder dier ook individueel verschillend. Door veel tijd met de dieren door te brengen leer je wat een dier wel of niet leuk vindt en wat hij kan.
Via handgebaren begrijpen de dieren wat de trainer bedoelt. Zo wordt een communicatie tussen dier en trainer gebouwd. De trainer kan op die manier aangeven wat hij graag wil zien.
Door veel te spelen en gekke (maar wel veilige) speeltjes te verzinnen kunnen de dieren zich uitleven en nieuwe spelletjes ontdekken.
Dieren wisselen regelmatig naar verschillende delen van hun verblijf. De trainers vragen de geselecteerde dieren mee richting het andere verblijf. Soms blijven de dieren in dat andere deel, soms wordt het hek daarna weer geopend. Zo blijft het onvoorspelbaar en dus leuk.
Dieren die niet regelmatig met elkaar samenwerken moeten dat oefenen. Tijdens een socialisatietraining kunnen ze aan elkaar wennen en met elkaar leren samenwerken.
Stel dat er nieuwe dingen in het verblijf komen of nieuwe materialen dan moeten dieren daaraan wennen. Om dit te begeleiden kunnen we het nieuwe voorwerp tijdens een gewenningssessie rustig introduceren. Dit gebeurt ook als er voor het eerst een trainer die in het water gaat, het is dan heel verleidelijk voor dieren om daar direct naar toe te gaan. Tijdens deze sessies leren ze dat ze eerst bij de trainer op de kant blijven.
De training bij jonge dieren begint vanaf het moment dat ze vis leren eten. Ze leren dan ook om dichter in de buurt van trainers te komen. Eén van de eerste stapjes van de training is dat ze leren dat een fluitsignaal een teken is dat ze iets goed gedaan hebben. Verder zal het dier leren om de hand van de trainer met de snuit aan te raken. Vervolgens zal het dier leren om de hand te volgen en later kan de hand vervangen worden door een 'target'. Dat is een lange stok met een, meestal rode of witte, knop er op. Door met de target bepaalde bewegingen te maken, zal een dolfijn deze volgen.
Om een gedraging wat verder weg van een trainer te laten doen, kan er gebruik worden gemaakt van een heel lang target of van een ijsblokje. Zo kan 'op afstand' de plaats voor de gedraging aan worden gegeven of kan er duidelijk worden gemaakt aan de dolfijn dat die ruimte ook voor de gedraging moet worden gebruikt. Op den duur kan er een handgebaar aan de beweging worden gekoppeld en zo leert het dier het signaal voor de nieuwe gedraging.
Als een dier iets goed gedaan heeft wordt er beloond. Er zijn verschillende manieren om dat te doen. Natuurlijk is vis een beloning, maar er zijn ook andere mogelijkheden zoals ijsblokjes, spuiten met water, een spelletje doen of over de tong kriebelen. Ook het favoriete gedrag of kunstje te laten doen kan belonend werken. Welke beloning je als trainer moet kiezen verschilt per dier. Net als bij mensen is het verschillend wat dieren leuk vinden. Je moet je dieren goed kennen om dit te weten. De één houdt van springen, de ander heeft liever een knuffel.
De trainers hebben een fluitje bij zich. Als dieren dit fluitsignaal horen begrijpen ze dat het goed is en er een beloning volgt, net als clickertraining bij honden. Toch is een fluitje niet altijd nodig, ook het woord ‘oke’ geeft aan dat iets goed is. Een fluit is vooral handig als er veel dieren zijn of als een dier onder water is, dan kan hij de fluittoon goed horen.
Jonge dieren leren niet alleen van de trainers, maar ook door bij elkaar en bij de oudere dieren af te kijken. Natuurlijk worden niet alleen jonge dieren getraind, maar aan alle dolfijnen worden op deze manier nieuwe dingen geleerd. Hoe lang het duurt voor een dier een nieuwe gedraging heeft geleerd, hangt van veel dingen af. Zo speelt bijvoorbeeld het karakter van het dier daarbij een grote rol, maar natuurlijk ook de tijd die er door de trainers aan besteed kan worden.
Er worden per dag dus verschillende soorten sessies met de dieren gedaan. De gezondheid wordt gecontroleerd, nieuwe gedragingen worden aangeleerd, er zijn sessies waarbij de dieren gewoon gevoerd worden of sessies waarbij er met de dieren gespeeld wordt. Sessies waarbij er aan relatietraining wordt gedaan zijn ook heel belangrijk. In deze sessies wordt de band tussen mens en dier opgebouwd of versterkt. Door het vertrouwen wat daarbij ontstaat is het weer mogelijk om bijvoorbeeld gezondheidsgedragingen te leren aan een dier. Alle sessies hangen dus veel met elkaar samen.
Het was reuzeleuk om dit een keertje mee te maken. Maaike had ons al opgewarmd dat het zo leuk was om te zien. Zij had via haar cursus kattengedrag al een training bijgewoond en was daar ook heel enthousiast van teruggekomen.
Eenmaal thuis waren de hodnen enthousiast en liepen we een rondje over de vijfwal. Tora moest even klieren in het mulle zand bij het kunstwerk en een grasmaairobot werd met argusogen bekeken. Katjes bloeien en gras wordt gemaaid: het voorjaar is begonnen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley