Een dagje naar Barcelona
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
07 April 2010 | Spanje, Barcelona
Om een weerbericht in het krantje te checken reden we naar beneden en in een Intermarché lag een keur aan kranten, tot de Volkskrant van gisteren aan toe! Ja, het zou nat worden, dus Har besloot uit te wijken naar Spanje. Het zag er nog het lichtst uit aan die kant van de Pyreneeën… Onze vaste weervrouw bevestigde de weerberichten per sms en Har wilde altijd al naar Barcelona. Vandaag was het een mooie gelegenheid. Het was nog geen 200 km. rijden dus… Gaan met die banaan!
Barcelona is de op één na grootste stad van Spanje. Het is de hoofdstad van de autonome regio (Comunidad) Catalonië, en ook van de provincie Barcelona en een van de belangrijkste culturele centra van Europa. De stad had in 2008 een inwonertal van 1.615.908 en een oppervlakte van 101,4 km². In de metropool Barcelona, oftewel de stad zelf en haar voorsteden, wonen 4.856.579 mensen. Door de inwoners wordt de stad ook wel "Barna" genoemd, niet te verwarren met "Barça", dat voor voetbalclub FC Barcelona gebruikt wordt.
Barcelona was in de Romeinse tijd reeds een bloeiende stad, Barcino, van waaruit in later tijd het christendom zich over Noord-Spanje verbreidde. In 415 veroverde Athaulf, koning van de Visigoten, Barcelona, dat daarna lange tijd hoofdstad van het Visigotische rijk bleef. In 713 werd het door de Moren veroverd. De Arabische stadhouder maakte zich weldra onafhankelijk van het kalifaat van Córdoba maar moest in 781 daarvoor in de plaats de Frankische koning als heer erkennen. Omdat de stadhouder zich naar de mening van Karel de Grote toch nog te machtig gedroeg, zond deze zijn zoon Lodewijk naar Barcelona om de stad tot onderwerping te dwingen. Na een lang beleg werd Barcelona veroverd, en daarna hoofdstad van de Spaanse Mark. Na de dood van Karel de Grote maakte Barcelona zich weer zelfstandig, en van 914 tot 986 was het weer in het bezit van de islamieten. Daarop volgde een periode van onderhorigheid aan zelfstandige graven van Barcelona, wier gebied in 1150 met Aragón werd verenigd. Onder het Aragonese bewind begon de grote bloei van Barcelona als handelsstad. Op grond van tal van afgedwongen privileges kreeg het een grote mate van onafhankelijkheid. Tot diep in de moderne tijd bleef Barcelona het centrum van het streven naar onafhankelijkheid voor Catalonië. In de Spaanse Successieoorlog stond Barcelona aan Oostenrijkse zijde en eerst in 1714 werd het door de Fransen veroverd voor Philips V.
In juli 1936 kwam een abrupt einde aan de groeiperiode van Barcelona, door het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog. De stad werd verscheidene keren gebombardeerd en werd uiteindelijk in januari 1939 veroverd door het nationalistische leger van Francisco Franco. Dictator Franco hield de macht 36 jaar in handen. Meteen kwam een einde aan de autonomie voor Barcelona en Catalonië. Franco 'gebruikte' Barcelona, met name gedurende de eerste 15 jaar van zijn regime, als een industriële fabriek, waarvoor een buitenproportionele groei van de stad werd afgedwongen. Door deze groei kwamen duizenden Spanjaarden uit het zuiden naar Barcelona voor werk. Een groot deel van hen leefde in barakken zonder gas, licht of water. Dit fenomeen heette in het Spaans "barraquismo".
Pas in de jaren '60 braken, economisch gezien, betere tijden aan, vooral door de massale komst van Noord-Europese toeristen. Deze concentreerden zich echter niet in Barcelona, maar rondom verschillende, toenmalige, vissersdorpen aan de kust. Het bracht wel meer werkgelegenheid in de omgeving met zich mee, waardoor ook de bevolking van Barcelona tot op zekere hoogte van deze groei profiteerde.
In 1975 overleed Franco en kwam een einde aan 36 jaar onderdrukking en isolatie. Spanje kreeg opnieuw een koning, Juan Carlos I, en Barcelona kreeg de kans om zich vrij te kunnen ontwikkelen. De Catalaanse taal en cultuur konden weer vrij worden gebruikt. De promotie van het Catalaans is nog steeds actueel, maar heeft een sterk politieke signatuur.
De jaren '80 brachten geleidelijk meer stabiliteit en toen in 1986 bekend werd dat Barcelona de Olympische Zomerspelen 1992 zou mogen organiseren, begon een enorme transformatie van de stad. In de daaropvolgende jaren werden, in het kader van de Olympische Spelen, het metronetwerk gemoderniseerd, de huidige rondwegen aangelegd, het vliegveld uitgebreid en een groot deel van het centrum 'schoongemaakt'. De criminaliteit werd succesvol bestreden, en vele historische gebouwen (waaronder een aantal van Antoni Gaudí) werden compleet gerestaureerd.
Er worden zes stadswijken onderscheiden.
Gotische wijk; met o.a. de Romeinse wallen, de Kathedraal de Santa Eulàlia , Plaza del Rei, oorspronkelijk een patio van het paleis van de graven van Barcelona en Historisch Stadsmuseum.
Aan de Plaza Nova in het het hart van de oude stad, ligt de Kathedraal Santa Eulalia uit de 14e en 15e eeuw. De neogotische facade is uit de 19e eeuw. De kathedraal is gewijd aan Eulalia, patrones van de stad, die hier in een crypte ligt. De achthoekige westtorens zijn uit de 14e eeuw. Het interieur heeft bezienswaardige koorstoelen, een retabel en een rijke kerkschat. Aansluitend is er een 14e eeuwse kloostergang, bestaande uit vier galerijen met kruisgewelven. In de tuin staan zeer oude bomen.
De eveneens middeleeuwse wijk van La Ribera bevindt zich buiten de eerste stadsmuur. Bestaat uit een handelswijk en een zeeliedenwijk
In de moderne wijk El Eixample (het voorbeeld) vindt men Casa Batlló van Gaudí en Casa Milá, bekend als La Pedrera , ook van Gaudí. Ook de La Sagrada Familia bevindt zich hier.
De wandelboulevard La Rambla bestaat uit zeven verschillende boulevards. Het meest karakteristiek is de Rambla de les Flors. Ook het wereld erfgoed Plaza Reial is een bezoek waard.
Halverwege de vorige eeuw barstte de stad uit haar voegen. De architect I. Cerdá werd aangesteld om deze nieuwe wijk te ontwerpen om arbeiders, maar vooral ook de burgerij te kunnen huisvesten. Hoewel van zijn plannen enkel het schaakbordpatroon met huizenblokken behouden werd en men alle voorziene groene zones schrapte, is dit tot op heden op architectonisch gebied een wijk waar het Modernisme (de Spaanse tegenhanger van Art Nouveau) hoogtij viert.
Domènech i Montaner, Puig i Cadafalch en vooral Gaudí zijn de grootste Catalaanse architecten uit die tijd en hebben enkele zeer markante gebouwen ontworpen. Als je van de stijl houdt, is de wijk één groot openluchtmuseum waar je van de ene verrassing in de andere valt. Zelfs gebouwen die onopvallend weggedoken in zijstraatjes staan, zijn vaak even mooi als de `gebouwen met naamkaartje`, rondkijken is dus aan te raden. Bovendien is L' Eixample een sjieke winkelwijk, dus er is overal wel iets te zien.
In de Kustzone vinden we het Olympisch Dorp, gebouwd voor Olympische spelen van 1992. De Montjuïc is een groots recreatiegebied. In 1929 werd hier de wereldtentoonstelling gehouden en in 1992 de Olympische spelen.
De beroemdste en meest typische straat in Barcelona is de Ramblas. De twee km. lange boulevard, ooit een rivier, strekt zich uit van Plaza de Catalyna tot aan de haven. Deze bestaat uit vijf verschillende "Ramblas" en twee pleinen.
Het inrijden van de stad is indrukwekkend. Brede lange rechte lanen met aan weerszijden flatgebouwen (die soms erg dicht op elkaar gebouwd zijn) volgden elkaar op en er leek geen einde aan te komen
We besloten een rondrit te maken in een open dubbeldekker, zodat we in korte tijd toch een indruk van de stad kregen. Harry kwam zelf met het voorstel. Ik had ze ook wel zien rijden, maar Har beweert altijd zeer stellig: “In mijn vakantie gaat ik niet in een bus zitten!”, en dat respecteer ik. Het was dus een uniek moment: Har in de bus op zijn vakantie!
La Rambla is ongetwijfeld de bekendste straat van Barcelona. De Rambla bestaat uit verschillende delen, beginnend aan Plaça de Catalunya, en eindigend 1,5 km verderop aan de haven. In het midden van de straat is het een brede voetgangerspromenade, maar langs beide kanten raast het stadsverkeer voorbij. Er zijn veel toeristenwinkeltjes, fotowinkels, hotels, toeristen- en fastfoodrestaurants. De Rambla bestaat uit vijf delen, beginnende aan Pl. de Catalunya: Rambla de Calanetes, Rambla del Estudis, Rambla St. Josep (ook Rambla del flors genoemd, vanwege de bloemenstalletjes), Rambla del Capuxtins en Rambla de Santa Monica. Er zijn tal van bezienswaardigheden op en naast de Rambla.
De haven begint bij Plaça del Portal de la Pau, een plein gelegen aan de zee waar we Columbus zien uitkijken richting de zee. Ook zie je daar de Drassanes, het Custom House en het hoofdkantoor van de Haven van Barcelona. Het meest interessante gebouw op het plein is de Drassanes, het grootste en meest complete scheepstimmerwerf in de wereld dat de Middeleeuwen heeft overleeft. De werf is ingewijd in 1378 en een mooi voorbeeld van Catalaanse burgerlijke Gotiekarchitectuur. Tegenwoordig zit het Maritieme Museum in het gebouw. Je vindt er reproducties van historische schepen en een belangrijke collectie oude tekeningen en mappen.
In het midden van het plein vind je de Columbus uitkijkpost, waar je op een 50 meter hoge paal Columbus in ijzeren gedaante vind. Het benadrukt de ontdekking van Amerika nog maar eens. Een lift neemt je mee naar het observatiedek vlakbij de top voor een spectaculair uitzicht over het havengebied, Montjuic en een compleet uitzicht over deze fantastische stad.
De Montjuïc (Spaans: Montjuich) is een heuvel in het zuidwesten van de stad Barcelona (Spanje). Op de top van de heuvel staat het kasteel van Montjuïc, een 18e-eeuws kustverdedigingsfort.
Over de oorsprong van de naam Montjuïc bestaat geen complete zekerheid, het kan afstammen van de Catalaanse uitdrukking “Heuvel van de Joden”, maar waarschijnlijk van het Latijnse “Mons Jovis”, heuvel van Jupiter. De heuvel is één van de groene longen van Barcelona (o.a. botanische tuinen) en kent vele recreatiemogelijkheden. Vanaf de 213 meter hoge heuvel van Montjuïc heb je een schitterend uitzicht over de stad. De botanische tuin geeft een sfeer van verademing en rust.
In 1929 werd de Wereldtentoonstelling op de Montjuïc gehouden. In 1992 werd de Montjuïc de thuisbasis voor de Olympische Zomerspelen 1992. In 2009 lag de aankomst van de 6de rit van de Tour de France op de top van de Montjuïc waar Thor Hushovd zijn zevende etappezege haalde door in de sprint Oscar Freire te verslaan.
In 1929 werd het Estadi Olímpic de Montjuïc, het Olympische stadion, officieel geopend. Het stadion werd gebouwd voor de Olympische Spelen van 1932. Ter gelegenheid van de Spelen in 1992 werd het vernieuwd en aangepast om een bezetting van 70.000 mensen aan te kunnen. De gevel is mooi en doet eigenlijk niet echt vermoeden dat er een stadion achter zit. Je kunt ook even een kijkje nemen in het stadion zelf. Vandaag de dag is het Olympische gebied nog steeds een grote toeristische trekpleister.
Camp Nou is het thuisstadion van FC Barcelona en het Catalaans voetbalelftal. Het stadion is geopend in 1957 en het is met een capaciteit van 98.772 plaatsen, verdeeld over drie ringen, het grootste Europese voetbalstadion. Het staat bekend als één van de indrukwekkendste stadions ter wereld. De voorzieningen zijn duizelingwekkend en leverden Camp Nou als een van de weinige voetbalstadions een vijfsterren-kwalificatie van de Europese voetbalbond UEFA op. Camp Nou is een trekpleister voor toeristen, die van over de hele wereld op de stad afkomen en doorgaans zelfs in een leeg stadion de ambiance die er tijdens wedstrijden heerst kunnen voelen. In het stadion bevinden zich ook de kantoren van het bestuur en het clubmuseum.
De officiële naam van het stadion was van de opening tot 2000 Nou Estadi del Futbol Club Barcelona. De naam ‘Camp Nou’, Catalaans voor ‘nieuw veld’, werd echter vanaf de opening al gebruikt als bijnaam en het werd in 2000 na een stemming onder de socios (clubleden) aangenomen als officiële naam. De naam Camp Nou werd verkozen boven de naam Estadi Joan Gamper, naar de cluboprichter Hans Gamper.
Plaça de Catalunya is een groot levendig en groen plein, midden in het centrum. Het is een belangrijk verkeersknooppunt met bushaltes en ondergrondse metro- en trein-stations.
Midden in de oude gotische buurt vind je het hoogtepunt der gotiek: de Kathedraal van Barcelona. De meest bekende oorsprong van de Kathedraal van Barcelona is de basiliek, welke in 925 vernietigd werd door Al-Mansur. In 1046 gaf Bisschop Guislabert de opdracht een nieuwe kathedraal te bouwen.
Met de bouw van de Kathedraal werd pas begonnen in 1298 onder leiding van bisschop Bernat Pelegri en regering van Koning Jaume II, ookwel bekend als 'De Rechtvaardige'. De voorgevel is pas afgebouwd aan het eind van de vorige eeuw, door architecten als Josep Oriol Mestres en August Font i Carreras. Zij hebben hun inspiratie gehaald uit een tekening uit de 15de eeuw door Mestre Carli.
De bouw van de Kathedraal werd pas voltooid in 1913! Naast de Kathedraal ligt een klooster met een fraaie kloostertuin. Hier wonen 13 ganzen die de heilige Santa Eulàlia moeten beschermen. Zodra er 1 dood gaat moet deze onmiddellijk worden vervangen, omdat de stad anders onbeschermd is.
Na de stad bezichtigd te hebben reden we naar Badalona, vlak ten noorden van Barcelona gelegen. Daar was een mooi plekje om even met de honden het strand op te gaan. Het was intussen weer droog geworden (ja, ook in Barcelona regende het even), en onder bekijks van enkele Spanjaarden lieten we de honden even lekker uit op het smalle en vrij steil aflopende strand. Er stond een behoorlijke wond en een stevige branding. Heel even werden de honden overvallen door het water en iiiih! Natte voeten waren het resultaat… (en lachende baasjes, vrees ik…). Het was heerlijk om hier even uit te waaien.
Na wat zoeken vonden we een weg uit de stad, en gingen nog even tanken. Eerst moet je betalen en dan kun je tanken. Nu heb je 2 soorten diesel, dus Har liep achter me aan, zich verkneukelend en benieuwd hoe ik mij in beperkt Italispaans uit zou drukken. Ik vroeg: “El diesel de mejor qualidad, cinquanto litros por favor”, en dat begreep de meneer. Wie het laatst lacht, lacht het best…
Met volle tank reden we langs de kust weer naar het noorden. Het regende bijna de hele terugweg, en het laatste stukje was het droog. In het donker kwamen we aan om 21.30 uur en het hek van de camping was al dicht. De campingbaas verwachtte dat alle “ouwe lullen” al binnen waren en was verbaasd dat we nog er in wilden. Hij maakte het hek open en zei meteen maar dat hij ons niet oud vond. (Hij leek me van een gelijke generatie, dus gaf en passant zichzelf een aai over de bol…).
Onderweg reflecteerden de kronkelige stammen van de kurkeiken het licht van de koplampen tegen het donker van de nacht. Het gaf een beetje een spookachtig effect, maar wel heel mooi!
Gauw even de hondjes uitlaten en voldaan en moe ons bedje in!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley