Naar Ieper en wandeling langs de IJzer
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
08 Juni 2010 | België, Ieper
Mijn vader had ons al getipt dat Poperinge en Ieper mooie steden waren, dus zetten we koers daarheen. Poperinge was leuk, maar een aantal straten en de markt waren opengebroken. Dat maakte het moeilijker om leuke plaatjes te maken. We reden door naar Ieper. Wat een prachtige stad is dat!
Als derde stad van Vlaanderen (na Gent en Brugge) speelde Ieper een belangrijke rol als stad van het graafschap Vlaanderen. Lakens uit Ieper waren in de vroege 12e eeuw terug te vinden op de jaarmarkt van het Russische Novgorod (ten zuiden van Sint-Petersburg). In 1241 vond in Ieper een grote stadsbrand plaats. De lakenindustrie kende rond 1250 een belangrijke opbloei in de stad.
Op 25 maart 1678 werd Ieper veroverd door troepen van Lodewijk XIV. Vauban voorzag Ieper van nieuwe verdedigingswerken. In 1697 kwam het bij de Vrede van Rijswijk weer in Spaanse handen. Na de Spaanse Successieoorlog, ging de stad in 1713 over Oostenrijkse handen zoals de rest van de Zuidelijke Nederlanden. De stad werd daarbij een van de barrièresteden, waarin de Nederlandse Republiek troepen mocht legeren. Dit duurde tot de Oostenrijkse Successieoorlog, waarin de barrière tegen de Fransen niet erg effectief bleek; het Barrièreverdrag werd in 1748 opgezegd. In 1782 besloot de Oostenrijkse keizer Jozef II de vestingen af te breken, zodat de Fransen tijdens de Eerste Coalitieoorlog in 1794 Ieper gemakkelijk konden innemen. De vestingen aan de noordzijde van Ieper bestaan nu niet meer. Die aan de zuidzijde, vanaf het station tot net over de Menenpoort, zijn echter wel nog intact.
Tijdens de volledige duur van de Eerste Wereldoorlog was de stad aan drie zijden omringd door Duitse troepen, door de Britse verdedigers werd dit de Ypres Salient genoemd. Eenzelfde situatie deed zich eveneens voor, verder naar het zuidoosten, bij de Franse stad Verdun. De Duitsers slaagden er niet in de stad te veroveren ondanks een aantal groots opgezette veldslagen die aan 500.000 soldaten het leven kostten. De stad Ieper werd geheel verwoest. Na de oorlog gingen stemmen op om de stad niet weer op te bouwen maar zo te laten liggen, als macaber gedenkteken. Toch werd de stad weer teruggebracht in de vooroorlogse staat, grotendeels met Duits geld, onderdeel van de afgedwongen Wiedergutmachung. De wederopbouw duurde meer dan veertig jaar. Voor velen, en met name de Britten, is Ieper het middelpunt van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. De velden rond de stad zijn bezaaid met meer dan 170 zeer goed onderhouden begraafplaatsen.
De Duitsers maakten voor het eerst op de slagvelden rond Ieper gebruik van gifgas in op 22 april 1915. Dit was chloorgas, dat als strijdgas ontwikkeld was door de chemicus Fritz Haber. Vaak wordt deze gasaanval gezien als de eerste gasaanval in de geschiedenis. Dit is echter niet juist. In augustus 1914, maakten de Fransen voor het eerst gebruik van gifgas. Eind 1914, maakten de Duitsers gebruik van gifgas bij Neuve Chapelle. Tussen de eerste Franse aanval en de aanval op 22 april 1915, vonden nog verschillende gasaanvallen plaats. Later is door de Duitsers ook mosterdgas gebruikt. Het kreeg de benaming yperiet omdat het hier voor het eerst op grote schaal werd ingezet.
Toen we waren uitgekeken en een broodje bij de bakker hadden gescoord reden we naar de IJzer. Er is een fietspad langs de rivier en voor Irma’s ruggegraat was dat asfalt een verademing na de kinderkopjes in Ieper die haar flink door elkaar rammelden in de rolstoel.
Koeien met een stier er bij stonden in de wei te kijken naar wie er langskwamen over het fietspad. Het zonnetje brak zelfs door hoewel in de verte een donkere wolk een bui aankondigde. Keurig op tijd waren we weer bij de auto en toen verdween ook de zon. Eerst moest Hiko in de bench, toen werd de rolstoel naar binnen gehesen en daarna mocht Tora in de auto. De honden kregen voer en water en toen gingen we verder, terug richting Poperinge.
We zagen nog een molen in Oostvleteren. De Meestersmolen in Oostvleteren is een houten windmolen uit 1760. De molen stond tot 1965 in Gijverinkhove (Alveringem). Hij bevatte toen reeds onderdelen van een andere molen, namelijk de Claerhoutmolen, die eerst in Pittem stond en later naar Lendelede verhuisde. Het is een open standaardmolen die in 1973 weer maalklaar werd gemaakt. De molen is sinds 1943 beschermd als monument.
In Poperinge deden we boodschappen bij de Aldi. Daar lag een abdijkaas die in Frankrijk gemaakt was maar in België gerijpt. De prijs was echter nog niet de helft van de abdijkaas van de Mont de Cats, terwijl achteraf bleek dat ie het zelfde smaakte! Terwijl we in de supermarkt waren hoosde het flink. Terug bij de camping was het weer droog, maar voor de zekerheid zetten we de luifel weer op. We snaaiden nog een stukje van de abdijkaas met een toastje.
Vanavond aten we rode kool met runderlapjes en rijst. Na het eten werd de hemel prachtig rood, en even later zagen we twee reeën door het hoge gras huppelen. Ze verdwenen weer snel het bos in, en toen werd het snel donker, na een prachtig avondrood. Het zal morgen wel weer nat worden, maar dat hebben we er wel voor over! Nog gauw een douche en het bed in!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley