Inleiding: geschiedenis Terschelling
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
29 September 2009 | Nederland, Houten
Wij leven nu in zo'n Interglaciaal. De afzettingen van de grondmorene bestaan uit zand, klei en keileem dat in het gehele noorden op wisselende diepten wordt gevonden. Op Terschelling is dit terug te vinden op een diepte van zo'n 35 meter, een keileemdek van 200.000 jaar oud. De Noordzee drong voor de laatste ijstijd diep door in de Nederlanden en wel tot de Geldersche Vallei. Dit bracht weer afzettingen met zich mee van schelpdieren. Op Terschelling ligt deze laag op ca. 30 meter diep. Tijdens de laatste ijstijd trok de Noordzee zich terug tot de denkbeeldige lijn tussen de rivier de Humber in Engeland en het noordelijke puntje van Denemarken, Kaap Skagen.
Terschelling ligt dan midden in het land en onze grote rivieren monden uit ter hoogte van de Doggersbank,(midden in de huidige Noordzee). Het sediment van deze rivieren bestaat uit fijn zand, het zanddiluvium, wat zich laat vinden op Terschelling op een diepte van ca. 25 meter.
We schrijven nu over de periode dat de Neanderthaler in ons land woont, zo'n 20.000 jaar voor onze jaartelling, het Holoceen. Het wordt weer langzaam warmer en de zeespiegel rijst. De Terschellinger bodem wordt weer overspoeld met afzetting van zeezand, schelpdieren en zeeklei als gevolg. We schrijven het Jong Holoceen, 5000 jaar voor onze jaartelling, de warmte wordt maximaal en de zee boort zich een weg tussen Engeland en Frankrijk door, de doorbraak van het Nauw van Calais.
De oerduinenrij ontstaat op de schoorwal die hierdoor gevormd is en loopt van Calais tot Bergen Noord-Holland. Later breekt de Noordzee meer malen hier doorheen en er wordt klei op veen afgezet. Het rivierwater achter de schoorwal vormt hier een wad en er vindt afzetting plaats van veen op klei. In het Bronzen tijdperk wordt deze veenvorming door klimaatverandering onderbroken, ca. 1000 jaar voor de jaartelling. Tijdens het IJzeren tijdperk, 500 jaar voor Chr., het Sub Atlanticum, wordt het klimaat milder maar zeer vochtig en er vindt weer veenvorming plaats. Dit veen ligt hier en daar in het westen van ons land nog steeds aan de oppervlakte. Het wordt Hoogveen genoemd en hierin heeft zowel de mens (meren) als de Noordzee (Waddenzee) grote gaten geslagen.
Door de oprukkende Noordzee zijn grote gedeelten van het wad- en Zuiderzeeveen vernield. Dit nieuwe waddengebied is het gebied wat wij kennen als het huidige. Terschelling werd weer eiland zo'n 300 jaar voor Chr. en men vindt de oude kleilaag vermengt met turfresten op een meter of vijf diep terug. Bij Oosterend en Midsland komt het turf zelfs aan de oppervlakte.
Er wordt aan de zuidkant van de duinen een strandwal opgebouwd van west naar oost. Een tweede kortere en hogere strandwal ten zuiden hiervan vormt aanleiding tot bewoning. De huidige dorpen zijn zgn. nakomelingen van deze eerste nederzettingen.
De geschiedenis van Terschelling is altijd verbonden geweest met de zee. Dit spreekt bijna vanzelf voor een klein eiland. Het is onmogelijk te zeggen tot hoever de geschiedenis van Terschelling terug gaat. Wat betreft het ontstaan van het eiland gaan we uit van het bovenstaande verhaal.
Uit opgravingen is gebleken dat er rond het jaar 900 al bewoners moeten zijn geweest in het gebied van de huidige Waddeneilanden. De eerste geschriften over bewoners op Terschelling dateren uit de 13de eeuw.
Aanvankelijk leefden de Terschellingers van wat het land en de zee opleverden. De opkomst van de Hanzesteden bracht ook het eiland meer welvaart. Terschelling nam al snel een strategische plaats in aan de vaarweg van de handelssteden rond de Zuiderzee naar het open water. Door deze belangrijke positie werd er regelmatig gevochten. Dit had o.a. de grote brand van 1666 tot gevolg, waarbij heel West-Terschelling in vlammen opging, met uitzondering van de vuurtoren Brandaris.
Langzamerhand ging men zich steeds meer toeleggen op de walvisvangst, hetgeen een belangrijke bron van inkomsten betekende. Na eeuwen van betrekkelijke welvaart door handel en walvisjacht kwam er in de 19e eeuw een kentering door verplaatsing van de handelsvaart. De eilanders werden weer genoodzaakt te leven van landbouw en visvangst.
Tot in de tweede wereldoorlog maakte Terschelling deel uit van de provincie Noord-Holland. In 1942 werd het ingedeeld bij Friesland en na de bezetting is dat zo gebleven.
Begin 20e eeuw nam het toerisme een aarzelende aanvang. Na de 2e wereldoorlog groeide het toerisme uit tot de belangrijkste bron van inkomsten.
-
22 Oktober 2009 - 18:32
Betty En Peter.:
Weer wat kennis opgedaan. Leuk!
Hadden jullie het goed?
Zag Jan afgelopen vrijdag bij AH, had net een euthanasie gehad, was behoorlijk aangeslagen, had hem wel willen knuffelen, durfde uiteraard niet. Zoals het er nu uitziet krijgen we er 1 december 2 poezen bij 1 van 12 jaar en 1 van 16 jaar, tragisch geval van een echtscheiding van mijn zusje en haar man. Tja wat moet je het alternatief is het asiel en dat wil niemand en dan bel je gewoon Betty en Peter. Mijn lieverd is er niet blij mee maar schikt zich in zijn lot. Wordt vervolgd.
Lieve groet,
Peter en Betty
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley