Krijtrotsen en zeezicht
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
05 Juni 2010 | Frankrijk, Wissant
Irma had een heerlijk ontbijtje gemaakt met de eitjes van de markt en haar zelfgebakken meergranenbrood. Koffie en thee maakten het compleet. Een koekoek meldde zich en vloog zijn (naar later bleek) dagelijkse rondje van boom naar boom. Al koekoekend vloog hij langs ons en dat was leuk om te zien.
Na het eten ruimden we op en vertrokken we. Volgens een verkeersbord moesten we links af slaan. De weg was nieuw. De weg was heel erg nieuw, zo nieuw dat er nog geen strepen stonden. Het bord dat we hier in moesten was echter overtuigend genoeg, alleen toen de weg ophield in het niets draaiden we toch maar om. Ze zijn hier erg toekomstgericht, zullen we maar zeggen!
Vandaag gaan we de Opaalkust (Frans: Côte d'Opale) bekijken. Deze kuststrook omvat de hele kustlijn binnen de regio Nord-Pas-de-Calais, van Bray-Dunes (Brayduinen) aan de Belgische grens tot Berck aan de monding van de Authie. Het noordelijkste stuk hiervan wordt plaatselijk ook "Côte Flamande" genoemd (niet te verwarren met het Belgische deel van de Vlaamse Kust). Heel Vlaams deed het ook aan dat bij Calais de mensen in een lange rij stonden voor de friterie!
Het karakter van de kust verandert van vrij vlak met een bescheiden duinstrook (bij Belgische grens) tot hoog boven de zee uitstijgende krijtrotsen bij Cap Blanc-Nez en Cap Gris-Nez (Kaap Blankenes en Kaap Zwartenes). Dat was voor ons ook het uiterste punt.
Het pad naar Cap Blanc-nez gaf een beetje een Mont Ventoux-gevoel: Tora-kleurig gesteente, wind en een enorm uitzicht. Toen Irma een foto maakte, zat Tora even later met haar voorpoten in de rolstoel. Irma gaf haar een kontje en ging stoel met hond duwen en madame bleef keurig zitten. Hiko vond het nog het gekst. Ik dacht: “nog even en ze gaat zwaaien naar de mensen”, maar voor het zo ver was liet ik haar uit de stoel komen.
Het pad leidde tot boven de rand van Cap Blanc-Nez met een vue superbe! Uitdaging werd wel een stukje steile afdaling met de rolstoel. Irma’s wielen hebben veiligheidsmaatregelen. Invaliden mogen niet te hard gaan, namelijk! Ze remde in de afdaling, maar er viel niets te remmen en zo schoof ze slippend naar beneden. Zowel Irma als ik kregen het er eventjes warm van en giechelden de spanning weg toen ze de horde had genomen. Een Shiba Inu leidde vervolgens de aandacht af en bewonderende blikken werden over en weer geworpen. Het was een reutje en Tora hield zich wonderbaarlijk kalm.
We zagen een voor ons nieuw verkeersbord: “keep right” toen we van Calais af reden langs de voor Engelsen zo vertrouwde klifkusten. Het zal door ervaring wel nodig zijn gebleken! Zo’n Engelsman heeft hier nou eenmaal snel een “Seven Sisters-gevoel” (Seven Sisters zijn zeven heuvels bij Hastings, GB) en kan dan automatisch op de linker weghelft belanden!
Op deze plek is luchtvaarthistorie geschreven. In 1909 loofde de Londense krant Daily Mail £1000,- uit voor diegene die als eerste het Kanaal zou overvliegen. Dat moedigde twee luchtvaartpioniers aan:
Hubert Latham en vliegtuigfabrikant Levavasseur raakte steeds meer overtuigd dat hun Antoinette IV eendekker betrouwbaar genoeg was voor een continue vlucht van een klein uur. Ze schreven zich in voor de wedstrijd en waren favoriet gezien hun materiaal.
Blériot zou zijn vierde eendekker ontwikkelen, de Blériot XI. Nadat hij een Europees record had gevestigd waarbij hij 36 minuten en 55 seconden in de lucht was gebleven had hij genoeg vertrouwen om deze trip aan te durven. Uiteindelijk won Blériot, die in 37 minuten de 45 km van Calais naar Dover overbrugde. De startplek heet tegenwoordig Blériot Plage.
Door de klifkusten was het strand zelf onbereikbaar voor Irma. Wel zagen we waarom het hier een El Dorado is voor Kitesurfers. Bij eb is het strand ontzettend breed. Wel is het oppassen voor de opkomende vloed, want dat gaat hier zeer snel.
In cultureel en historisch opzicht is het gebied erg herkenbaar: in de vroege Middeleeuwen werden nog langs de hele kustlijn Germaanse dialecten gesproken. Veel plaatsnamen hebben dan ook een Nederduitse of Vlaamse oorsprong en lijken op de namen die in Vlaanderen worden aangetroffen. In de loop der eeuwen is de taalgrens echter steeds verder naar het oosten opgeschoven. Thans worden alleen de Franse Westhoek nog Frans-Vlaamse dialecten gesproken, met name door de ouderen.
Wat niet voor iedereen even herkenbaar is, is de snelheidsaanduiding langs de snelwegen. Er stond een bordje 60 met daaronder een franse tekst. Toen Irma afremde vertaalde ik: “Alleen bij ijzel en mist”, maar al snel had Irma de logica door. Als er “Rappel” onder een snelheidsaanduiding staat moet je het wel doen!
’s Avonds aten we een gebakken aardappelen met sla, tonijn en tomaat en nam Irma nog een wijntje. Ik had van de vorige vakantie de Picpoul de Pinet meegenomen van de boer van de camping. Bij een wijnboer is dat vrij voor de hand liggend. De boer hier doet in varkens en hop, maar dat nemen we maar niet mee naar huis!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley