Wandeling Uithof-Houten
Door: Lisette
Blijf op de hoogte en volg Lisette
26 Juli 2009 | Nederland, Houten
De eerste bezienswaardigheid was Fort Rhijnauwen, dat met zijn 31 ha het grootste fort uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie is. Het fort is gebouwd tussen 1868 en 1871 en was onderdeel van de vooruitgeschoven fortenkring rond Utrecht. Het toeval wilde dat tegen het jaar 1870 de uitvinding van de brisantgranaat samenviel met het gereedkomen van een van de grootste bomvrije forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: Rhijnauwen. Die was daarmee onmiddellijk 'voorheen bomvrij' geworden, omdat een aanval met de nieuwe granaat het bakstenen fort zou verpulveren. Dat was reden om de verdedigingsstrategie te veranderen: vanaf toen zou juist het tussen de forten gelegen gebied belangrijk worden. Een aanval is er echter nooit geweest. Daardoor is Fort Rhijnauwen nu een van de best bewaarde forten van de Linie. Naast een indrukwekkende vesting is het ook een waardevol natuurgebied. Het fort was jarenlang niet toegankelijk voor publiek, en daardoor een paradijs geworden voor veel (bedreigde) planten en dieren. IJsvogels, reeën, ringslangen en wezels voelen zich er thuis. Er groeien zeldzame planten, o.a. orchideeën en ’s winters overwinteren honderden vleermuizen in het fort.
Na het theehuis Rhijnauwen is er een aftakking via het bunkerpad. Je loopt door een wei tussen allerlei bunkers door, en dat geeft een heel apart landschap. Bijna surrealistisch zijn de grijze betonnen kolossen in het groene gras. Deze groepsschuilplaatsen waren de laatste toevoegingen aan de Waterlinie. Ze zijn gebouwd in 2 perioden: in 1918 en in 1939-1940. Op deze plek staan twee rijen schuilplaatsen uit 1918. Ze waren bedoeld om de soldaten een schuilplaats te bieden op de hooggelegen 'Houtense Vlakte ' tussen de forten Rhijnauwen en Vechten. De muren zijn maar liefst 125 cm dik. Aan het grote aantal schuilplaatsen dat hier op een kluitje ligt is te zien dat hier het zwakste punt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie lag. Lang leve vredestijd! Ongeschonden staken we de provinciale weg over in Bunnik en liepen onder de A27 door. Meteen rechtsaf was er een karrenspoor evenwijdig met de snelweg (met hazen!) dat om het volgende fort heen liep. Dit volgende verdedigingwerk heet (what’s in a name…) fort Vechten, dat gebouwd is tussen 1867 en 1870 ten zuidwesten van het dorp Bunnik. Het bleek bijna op de plaats te zijn waar ooit de Romeinse vlootbasis castellum Fectio lag. Echter, het toeval wilde dat toen de eerste Romeinse vondsten aan het licht kwamen, een van de officieren het briljante idee had deze te verzamelen en aan het Museum van Oudheden in Leiden te schenken. Door deze beslissing werd een grote verzameling unieke vondsten bewaard gebleven ( toentertijd bestond de archeologie als wetenschap nog helemaal niet…).
Vechten had nagenoeg dezelfde taak als het Fort Rijnauwen: het afgrendelen van de Houtense vlakte en het bestrijken van de spoorlijn Arnhem-Utrecht. Het terrein is 17 hectare groot en na Rijnauwen het grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Sinds 1996 is het fort eigendom van Staatsbosbeheer en net als zoveel andere forten een trekpleister voor vleermuizen, die zich in de wintermaanden nestelen in het reduit.
Het fort was gesloten, net als fort Rhijnauwen. Door de weelderige begroeiing was er weinig van te zien. Wel waren er eenden, futen en meerkoeten die uiteraard veel bekijks hadden van de Japjes!
De Romeinen verkozen deze plek waarschijnlijk vanwege de hier in de Rijn uitmondende Vecht en bouwden hun castellum in het jaar 4. Waarschijnlijk dankt het castellum zijn naam ook aan de rivier die toen al bekend stond onder de naam Fectio. Het fort was belangrijk als logistieke basis voor operaties in Germania, en het had ook aantrekkingskracht op de lokale bevolking, die aan beide zijden van het fort een kampdorp (vicus) bouwde. Het castellum werd mogelijk verlaten in de laat-3de eeuw, toen het Romeinse Rijk crisis na crisis te verduren kreeg. Toch lijkt de roerige periode minder een reden voor vertrek als het opdrogen van de dode rivierarm die als haven fungeerde, terwijl ook de monding van de Vecht zich westwaarts verplaatste. Het naburige castellum bij Trajectum/Utrecht nam waarschijnlijk de rol van Fectio over.
Hoe het ook zij, in de latere jaren van de 19de eeuw kozen de Nederlandse ingenieurs nu juist dit deel van de regio, en ze bouwden hun fort direct naast het castellum, maar boven op de vicus, zonder dat men zelfs van hun bestaan wist.
De limes is ontstaan toen de Romeinen in 47 n. Chr. definitief van de verovering van Germania afzagen. Zij trokken zich terug op de Rijn, die de grens werd. Het project kan worden beschouwd als onderdeel van de legerhervormingen van keizer Claudius, hoewel de uitvoering ter plekke in handen was van zijn generaal Corbulo.
In Nederland werden langs de Rijn circa twintig forten gebouwd. Aan de weg lagen wachttorens waarvan de onderlinge afstand zodanig was dat men van de ene naar de andere wachttoren lichtsignalen kon afgeven.
De limes was niet alleen bedoeld om het gebied aan de overzijde van de rivier te beheersen en vijandelijke invallen onmogelijk te maken of te bestrijden. De militaire voorzieningen waren ook en vooral bedoeld om controle uit te oefenen over de Rijn als een van de belangrijkste verbindingen in het noordelijke deel van het Romeinse rijk, tussen het Duitse Rijnland en Brittannië.
Ook was de Limes een handelsroute. Langs deze route ontstond een uitwisseling van culturen: tussen de inheemse bevolking en de soldaten van het Romeinse leger en hun gezinnen. De Limes gaf de aanzet tot de eerste infrastructuur in Nederland. De makers van de Limes brachten hun religie, monetaire stelsel, taal, schrift, gebruiken en technieken mee naar ons land en die invloed is tot op de dag van vandaag voelbaar.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley